Waar het begon, waar het
begin lag? Je weet het niet.
Je kunt natuurlijk zeggen dat
je lang daarvoor al de bundels
van Arthur Rimbaud had
gelezen. Dus eigenlijk was je al fan.
Maar nog geen pelgrim. Dat
kwam pas toen je je verloor,
helemaal, in de biografie van Enid
Starkie over Rimbaud.
Dus toen jullie
eenmaal op de fiets de Belgisch-Franse
grens passeerden, wat lag er
meer voor de hand dan het graf
van De Dichter te
bezoeken: het boek met de foto van de
begraafplaats (flats op de
achtergrond) zou dienen om het graf
te lokaliseren. Eenmaal op 77
Rue Ferroul, Charleville-Mézières
aangekomen, bleek het boek
overbodig: er stond een wegwijzer,
Tombe de Rimbaud: die kant op. Men wist hier waar de pelgrims
voor kwamen. Het boek kon opgeborgen,
en dat was maar goed
ook want het regende, druppels bolden op de
bladzijden.
Waarvoor kwam ik hier? Voor
een geestelijke ontmoeting?
Om dank te zeggen? Wat
verwachtte ik van deze plek nu ik er was?
En ik had niet eens iets bij
me, sorry Arthur, dat ik hier met lege
handen sta. Geen gedicht
meegenomen, geen fles, geen tabak.
Er is een foto van mijn
bezoek aan jouw laatste rustplaats,
(maar wie maakt er hier geen
foto?) Kwam ik daar bij jou mijzelf
nou nader? Bestond jij daarna
nou meer bij mij dan voorheen?
Het zou mooi zijn als er nu,
juist hier, een bijzondere gedachte
in mijn hoofd zou ontstaan,
eentje die ik zou opschrijven.
Maar ik huiverde wat, het
regende, ik keek naar de lucht.
Wij moeten weer op de pedalen, de bergen wachten ons.
Ik draai me nog een keer om,
voor een laatste groet.
vrijdag 13 september 2024
Zomer 1995, bezoek aan het graf van Arthur Rimbaud
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten