donderdag 26 juni 2014

De finale chute

Dit gedicht is op 26 juni tussen 19.00 en 20.00 uur in koffiehuis Coffee Together, Spijkerboorsteeg, Deventer geschreven, als onderdeel van Shut up and write.  
https://nl-nl.facebook.com/pages/Coffee-Together/501091733244570

Hoe moet het zijn gegaan? Je had
een datum geprikt, een sprong geboekt
en vooruit betaald.
Je had je medespringers begroet,
en iets over het weer gezegd, vast.
Er werden ervaringen uitgewisseld,
hardop gelachen, duimen opgestoken.
Er was lawaai. Je kende het geronk,
de geur, de trillingen, je trilde een beetje. 

Er werden gespen aangetrokken,
riemen rechtgetrokken.
Er waren de laatste inspecties, er was
de laatste inspectie.
Je keek naar buiten, naar de vertes beneden.
Je wilde niet van een flat, je wilde de wind in je haren.
En liggen in het gras.
Je wilde een leeg hoofd.
Je wilde dat er rust in je neerdaalde.
Je wilde vliegend naar de eeuwigheid. 

Je zat nergens aan vast,
je was nergens aan verbonden.
Je zag het voor je, je spreidde je armen: vang!
Maar je werd door iedereen gemist,
je werd door niemand gemist.

De aarde miste je niet. Torretjes liepen
over je gezicht, negen dagen lang.
Je had al negen dagen lang
naar boven gekeken.
Naast je, lagen ingepakt en ongebruikt,
je parachute en het reserve exemplaar.

vrijdag 20 juni 2014

Foto's

Je maakt foto's met die loodzware, lompe spiegelreflex.
Je fotografeerde de stoel aan de tafel, de deur, je maakte
een foto van de koelkast. Flitsen deed je nooit, want
je had geen flits. Je fotografeerde je broer, die balanceerde
op een drijvend oliedrum. Je fotografeerde de hond erbij,
rolletje vol. 

Achter het dorp woonde de dorpsgek in een haveloos kraakpand.
Gekke Evert, jij praatte met hem. Er stak een diepvriesmaaltijd
uit de zak van zijn colbert. Hij had zo'n uiterlijk: wilde haren,
bonte kleren, haveloos en onverzorgd. Jij wilde zijn portret.
Zijn karakteristieke kop. Dat mocht. De week daarna klopte je aan,
deed hij open: net in het pak, haren gekamd, glad geschoren,
hij ging immers op de foto. Daar ging je portret. 

Je verliet het dorp, 's ochtends vroeg, de wieltjes van je rolkoffer
maakte iedereen in buurt wakker. Je gang was richting station,
je ging de wereld in. Je wist genoeg, je had het allemaal al
wel gezien: Je had postzegels gespaard in albums, schelpen
en alle knipsels van de maanlanding. Je had de avondvierdaagse
met het meisje van de bakker gelopen, je had er foto's van. 

Je hoorde pianoklanken in je hoofd, de zaal verbeeldde je erbij.
Je stapte de metro in, een man met ledematen dun als luciferhoutjes,
vroeg je geld. Jij maakte een foto. Voor later, voor nu. Er waren veel
van die mensen voor eventjes, niet voor altijd. Zo was daar Monica,
zij speelt viool, zij maakte een foto van jou. Later stapt ze uit haar leven. 

Je wilde de zonsverduistering fotograferen, de halve maanvormige
schaduwen van de blaadjes op de grond. Je wilt ondersteboven
foto's maken, met je ogen dicht. Je was ontwikkelaar en
fixeerder ineen. Je maakte foto's op feestjes. Je was er maar
je was er niet. Jij was het geheugen, jij was het archief.
Jij maakte foto's met die loodzware, lompe spiegelreflex. 

woensdag 4 juni 2014

Op huizenjacht

De makelaar aarzelde, grijnsde wat nerveus en zei
voordat we het huis binnen gingen, dat er 'erotische
activiteiten in het pand werden uitgebaat'.
Om de schrik voor te zijn. Hij draaide de sleutel om,
en liet ons voor. We troffen een leeg SM-tentje:
banken gestoffeerd met bizonhuid en tijgerprint,
betegelde ruimtes, haken in de vloer, ringen aan de zolder,
een rubberen masker...
'je moet er doorheen kunnen kijken' zei de makelaar,
en hij bedoelde niet door het masker.
We kwamen in de ruimte waar een medisch aandoend
bed stond, met een gat erin, mijn fantasie sloeg op hol.
Het rook er een beetje vreemd.
 
'Deze muur is niet dragend,  kan eruit, dan kan hier de keuken',
zei de makelaar, 'er is de mogelijkheid tot dakkapel'.
Daarnaast was een douche, een bad met lampjes.
Ik was niet meer een pand aan het bezichtigen,
een huis voor ons twee, onder de twee ton,
niet te ver van het centrum, ik was op ontdekkingsreis.
Daar, dat podium, even er op staan, bij dat schavot.
De makelaar roemde de isolatie: de ramen waren
door luiken afgesloten, de buren hoorden enkel
het gekerm en het knallen van de zweep.
We bedankten de makelaar hartelijk,
en zeiden dat we toch afzagen van de koop.

maandag 2 juni 2014

Meisje met het hempje - Onder de Linden nummer 1, Deventer

Meisje met je hempje, waar ben je nu?
Je kleedkamer was die plek in de
tuin van dat huis aan de IJssel.
Daar trok je je hempje over je hoofd.
Ik kon je zo uittekenen, maar je gezicht ken ik niet.
Je stond afgewend, je was altijd bezig:
moest dat hempje nou aan, of toch uit,
je weet hoe vrouwen zijn, ik weet hoe vrouwen zijn.
Je was nog wel even bezig. Ik had geduld.
Je hebt mij nog nooit gezien.
Ik denk dat je naar lavendel rook,
daar stond je immers middenin. 

Je had geen aandacht voor de IJssel of
voor het verkeer, jij verkleedde je daar.
Je hempje moest nog uit, of nog aan.
Jouw aarzeling was mijn houvast:
ze is er nog niet uit, ze is er nog.
Ik werd ouder met de tijd, jij bleef eeuwig jong.
Maar je was plots weg, verdwenen.
Je plekje is nu, als was het een graf,
een grintpartij, een parkeerplek met daarop,
het is geen gezicht, een Fordje
met daarnaast, een Golf.