maandag 28 juli 2014

zondag 13 juli 2014

Zomervakantie

Hoe deed je dat een zomer lang,
zittend aan een slootkant bij dat meertje.
Vakantievriendje uit Hongarije,
porrend met een stokje, scheppend
met een emmertje. En waar hadden jullie
het allemaal over in je eigen taal?
En de dag er na zaten jullie er weer.
Jij begreep Laszlo, en Laszlo
begreep jou volkomen.
De sproeiers van de boeren tjikten,
tjikten, tjikten, tjikten de zomer langzaam weg. 
 
's Avonds klinkt het melodietje van de ijscokar
over de veldwegen, kinderen springen al op.
Buiten naast de deur staan de wandelschoenen.
Het gras vertoont gele, platte, vierkante plekken.
De merel zingt maar steeds hetzelfde liedje
en er zijn onweersbeestjes op je armen.
 
En die ijscoman stond tussen de wafels,
te hannesen met een lepel in die familiepot Nutella.
Jouw ogen gericht op de spatel - nog even.
Je sprak de taal niet zei de klank en wees met grote ogen.
Met daaromheen al die zwembadkinderen, een rij gebibber,
de warme wafel Nutella, de traktatie die zomer,
stond je daar met je vreemde munt, net boven de balie uitkomend.
De chocolade druipt zich een weg door de raat van de wafel,
diep die zomer in, diep in je herinnering.

woensdag 2 juli 2014

Laaglandse Hymne, het beleg van het Ultra Centrifuge Nederland

H.H. ter Balkt heeft drie bundels Laaglandse Hymnen geschreven. Hij beschrijft daarin historische gebeurtenissen van de steentijd tot de huidige tijd. Allemaal losjes in niet rijmende sonnetvorm. 'Het beleg van het UCN', is mijn Laaglandse Hymne uit de vroege jaren tachtig van de 20ste eeuw toen ik nog schoolgaand was. En demonstreerde bij het UCN in Almelo en daarna weer terug fietste naar het turfdorp Vroomshoop.
 

Het dorp aan het lateraalkanaal met de eindeloze rijen populieren,
aan de dichtgegooide, later weer herstelde sluis, waar geen schip
ooit nog geschut zal worden; Vroomshoop, met het snottergat.
Geklemd tussen het spoor en het Zwarte Gat. Waar het veen zuigt,
 
waar het veen loert, waar het veen conserveert, waar het veen
wacht, geduldig, kom maar. Verderop in de stad, zoemt de centrifuge,
de ultracentrifuge, achter een hoog hek. 's Nachts straalt de gloed
boven de stad. Je fietst vanaf de veentijd, de turftijd naar de uraniumtijd. 

Uranium gewonnen uit erts. UCN, waar Dr. Kahn de blauwdruk
voor de plutoniumbom stal. Een spion uit een jongensboek, in Almelo.
En jij demonstreerde bij het prikkeldraad. Er was ME, het traangas 

trok pluimen. Er vielen klappen in de nacht. Je foto kwam op de voorpagina.
Herkenbaar portret, met je buttons. Je idealisme brandde, je moest voort,
er moest een fout transport gestopt. Aan de horizon gloeide het veen.