Het dorp aan het lateraalkanaal
met de eindeloze rijen populieren,
aan de dichtgegooide, later weer
herstelde sluis, waar geen schip
ooit nog geschut zal worden;
Vroomshoop, met het snottergat.
Geklemd tussen het spoor en
het Zwarte Gat. Waar het veen zuigt,
waar het veen loert, waar
het veen conserveert, waar het veen
wacht, geduldig, kom maar.
Verderop in de stad, zoemt de centrifuge,
de ultracentrifuge, achter
een hoog hek. 's Nachts straalt de gloed
boven de stad. Je fietst
vanaf de veentijd, de turftijd naar de uraniumtijd.
Uranium gewonnen uit erts. UCN,
waar Dr. Kahn de blauwdruk
voor de plutoniumbom stal. Een
spion uit een jongensboek, in Almelo.
En jij demonstreerde bij het
prikkeldraad. Er was ME, het traangas
trok pluimen. Er vielen
klappen in de nacht. Je foto kwam op de voorpagina.
Herkenbaar portret, met je
buttons. Je idealisme brandde, je moest voort,
er moest een fout transport
gestopt. Aan de horizon gloeide het veen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten