woensdag 28 augustus 2019

Gereformeerd in 1968 - Andere tijden sport


Mijn ouders waren gereformeerd maar mijn grootouders waren gereformeerder: op zondag twee keer kerkwaarts, niet zwemmen op zondag en zeker geen televisie. Televisie daar keek je niet naar. Dat viel onder zonde. Dat was niet gereformeerd. In de jaren zestig waarin ik opgroeide, logeerden ze wel eens bij hun kinderen en kleinkinderen. En mijn ouders waren minder streng in de leer, wij hadden dus wel een televisie thuis. En in de zomer stond tie overdag aan voor de Tour de France. Etappe na etappe bleef grootvader zijn krant, Trouw, lezen, zijn stoel demonstratief rugwaarts richting de televisie gekeerd. Achter zijn rug het geclaxoneer, het gejoel en gejuich en het commentaar van de verslaggevers. Opa negeerde de televisie. De duivel bracht hem niet in verzoeking. Hem niet, hij was gereformeerd. Maar het begon ermee dat hij af en toe een blik over zijn schouder wierp, naar die wielrenners, het peloton, een vluchter, de eindsprint. Daarna verschoof hij zijn stoel beetje voor beetje, en keek over de krant naar de televisie. Uiteindelijk gaf hij zich gewonnen, legde de krant neer en zat pontificaal voor het scherm voor de finish op de Champs-Élysées.

zondag 25 augustus 2019

Hoe gaat zoiets


Mooi weer, dus met de fiets over de hei naar het Kröller-Müller Museum,
lekker de kunst bekijken en notitieboekje mee voor een gedicht.
Het zou mooi zijn als het niet een dag zou worden van alleen maar
consumeren, maar dat ik zelf ook wat kon bijdragen, een gedicht dus.
Zou toch een makkie moeten zijn. Neem alleen al die schilderijen
van Van Gogh: Uitgebloeide zonnebloemen, Treurende man,
bloeiende perzikboomgaard, de Aardappeleters, Sien met sigaar,
Brug te Arles, La Berceuse, de weg met cypres en ster, korenveld
met maaier en zon, portret van Joseph Roulin, Luitenant Milliet,
dokter Gachet, portret van Patience Escalier en natuurlijk Madame
Ginoux, L’Arlesienne. En als dat nog niet voldoende was, dan was
er natuurlijk altijd nog Mondriaan en wat los strooigoed als een Picasso,
Charley Toorop en dan naar buiten voor Henry Moore. Het kan niet op.
Maar hoe gaat zoiets. Je loopt daar langs die meesterwerken
met je pen en je papier maar dat blijft toch schrikbarend wit.
Het museum sluit. En weer terug met de fiets naar huis.
Je passeert de recreatieplas. De strandgasten zijn bijna
allemaal al verdwenen. Er zit nog een clubje tienermeiden
met mobieltjes, flesjes en hun haar in de weer. Met verderop
maar eigenlijk net iets te dichtbij, een man alleen,
van middelbare leeftijd, liggend op zijn handdoek
Te bleek, te zwaar, zijn blik op dat clubje meiden gericht.
En je weet, die man en zijn blik, (je netvlies doet zijn werk goed) 
en die meiden, worden dan het gedicht van vandaag.

zondag 18 augustus 2019

Brullen en raggen


Als je altijd op school hebt gezeten
en alleen maar nette banen hebt gehad
dan wil je brullen en schreeuwen
en gillen en krijsen
en stampen met je voeten
en schoppen tegen de stoelen
dan wil je vloeken en galmen
en drammen en dreunen
juichen en joelen
briesen en tieren
met gierende uithalen
daveren en donderen
springen en dansen
høken, brekken en angoan,
spugen en razen
en beuken en drenzen
en zwaaien met je armen
en nukken en raggen
met de mannen en rammen.