zondag 24 mei 2015

O, wonder

Het schip, de Carpe Diem uit Hendrik-Ido-Ambacht,
ligt, z'n volledige 55 meter gestrekt, in de sluis.
Achter hem wacht de Rehoboth, Bergambacht,
maar 38 meter. Een daar weer achter
gebroederlijk de Eben-HaĆ«zer uit Kampen.
De rivier stroomt gelijk het leven, maar hier houdt het op.
De deuren van de sluis sluiten, en de kades liggen hoog.
De brug is dicht, de bomen zijn gesloten.
Men wacht op sluiswachters hand,
laat hij het water rijzen of dalen?
Mozes spleet de Rode Zee, maar van de IJssel
naar de Eerste Havenarm geschut worden,
doet daar qua wonder toch niet voor onder. 

Middelbaar variant vijf

Middelbaar, been in het graf,
levenseinde ingezet.
Lijkt of de tijd sneller gaat
dan vroeger, relatief dan.
En het verleden verdwijnt,
valt niet te conserveren.
Ook jijzelf bent in verval,
je leven vooruit geleefd,
maar achteruit werd beleefd.
'willen dat u waren hier'
zei de vertaalmachine,
nieuwe tijd, net wat u zegt.
Je raakt nu snel achterop. 

Je komt van een bezoekuur:
of je afscheid wilt nemen,
zegt de zuster bij de deur.
Je kent het levensrefrein,
de grijns die erbij hoort ook.
Je proeft chloroform en bitter:
het ziekenhuis in bedrijf.
Je deinst terug voor de naald,
en bloed zie je liever niet.
Je ziet een glimpje toekomst
en een bordje 'Nooduitgang',
je ziet afscheid, rijen dik.

De tijd is van elastiek -
had je gedroomd, maar niet heus.
De tijd is een bot stootblok,
alles komt ooit tot stilstand.
Er is geen eeuwigheid,
-wat ze ook beloven-
middelbaar been in het graf,
levenseinde ingezet.

zaterdag 23 mei 2015

Doet u nog aan trainen met gewichten?

Doet u nog aan trainen met gewichten?
Met lood in uw schoenen gewichten tillen.
Tot ver boven uw hoofd. Totdat u zelf niks meer weegt.
Dat moet geweldig zijn. Even fijn als kunnen vliegen -
en even onbereikbaar. Je spiegelbeeld lijkt
nog steeds op je, maar past amper in de omlijsting.
Waar ben je mee bezig. Je hebt een abonnement,
toch drijft de haast je voort. Je heft, je heft.
Het gewicht boven, jij beneden.
Je hoofd wordt weer licht, je armen zwaar.
Je denkt: wat als zo'n gewicht breekt,
zou je dan vliegen. Je heft, je heft.
Iets in je hoofd maakt, dat het logisch klinkt.
Dat je jezelf opheft, uitstijgt, boven jezelf,
het gewicht onder je laat - en dat je vliegt.

vrijdag 15 mei 2015

Middelbaar variant vier

Middelbaar, been in het graf
levenseinde ingezet.
Je schampert 's avonds: hela,
en hola, de moed erin.
Je kent het levensrefrein.
Weemoed meldt zich snel vandaag,
je sluit de gordijnen traag.
Reve schiet je te binnen:
'God ziet alles en hoeft dus
nooit een kaartje te kopen.' 

De attributen staan klaar,
pen, papier en levenspijn.
Je hebt de fles wijn ontkurkt.
Je pen krast, de kraai antwoordt.
Je hart slaat een slag over,
je hebt daar, echt, pillen voor.
Het verleden spookt bij je,
je hebt last van nostalgie,
maar van de verkeerde soort:
een herinnering klopt aan.
Iets was er ooit tevergeefs,
plaagt je nog steeds, met succes. 

Zij heeft allang een ander,
en ook nog 'ns twee dochters.
Je pen krast, de kraai antwoordt.
Je hart slaat een slag over.
Daar had je nu kunnen zijn,
succes zonder levenspijn.
Je schuift het gordijn opzij,
je ziet de begraafplaats,
verlaten, de zon komt op.
Middelbaar, been in het graf,
levenseinde ingezet.

donderdag 14 mei 2015

Middelbaar variant drie

Middelbaar, been in het graf
levenseinde ingezet.
Verval, bederf, klaar en sterf.
Na de finish de grafkrans.
Je drinkt er alvast een op;
gezondheid, proost je zachtjes.
Het bezinksel in het glas,
het residu van het bestaan,
je zag prompt een metafoor,
klonterde en was troebel.
Jeugdbeelden drongen zich op,
jullie deden haasje over,
en rolden door het gras.
Plots was je alweer puber,
en kon je haar niet krijgen,
en het meisje dat jou wou,
dat wilde jij nou weer niet.
Voila, je eerste gedicht.
Je gedachten dwalen af,
je pakt je pen en papier,
en schrijft de rede van je graf;
leven dood en eeuwigheid,
pom pom pom en iets met spijt.
Middelbaar, been in het graf
levenseinde ingezet.
 

maandag 11 mei 2015

Middelbaar variant twee

Middelbaar, been in het graf
levenseinde ingezet
Verval, bederf, klaar en sterf
na de finish de grafkrans.
Je jaagt oude dromen na.
Echt gaan scheiden, nieuwe vrouw,
Elk probleem blijkt nu een kans
Blond jong ding, dus wild in bed.  

Je leest achterstevoren,
je rug naar de dood gekeerd,
Kellendonk blijft eeuwig jong.
Fat Boy Slim blijft altijd hip.
Je kinderen zijn moeilijk
lopen in zeven sloten.
En jij hebt niet de sleutel.
's Nachts spoken ze je wakker. 

Het huis op funda gezet.
De toekomst ligt nu open,
verleden afgesloten.
Weekend, omgangsregeling.
Eenzaamheid en drankprobleem.
Je loopt weg voor wat er was.
Je moet de ramen lappen.
Middelbaar, been in het graf
levenseinde ingezet.

donderdag 7 mei 2015

Middelbaar

Middelbaar, been in het graf
levenseinde ingezet
Verval, bederf, klaar en sterf,
na de finish de grafkrans
Echt gaan scheiden, nieuwe vrouw,
Elk probleem blijkt nu een kans
Blond jong ding, dus wild in bed.  

Wollen mutsje op je kop,
dansvloer op met slome moves,
Sixpack strak, ballen scheren
viagrapil, slappe lul.
baardje trimmen, kapsalon,
mik vol pillen, niks gewend
daarna de kater, brak man. 

Het huis op funda gezet.
De toekomst ligt nu open,
verleden afgesloten.
Weekend, omgangsregeling.
Eenzaamheid en drankprobleem.
Je moet de ramen lappen.
Middelbaar, been in het graf
levenseinde ingezet.

Prediker profeet

Ik zie aan de gezichten dat ik een vreemde indruk maak
als ik langs de deuren ga en er wordt opengedaan.
Ik zie dat echt wel. Ik ben niet wereldvreemd.
Ik zie die blikken wel, die onderdrukte lach.
Ik begin, noem mijn naam, ik vertel, ik ben mijn verhaal.
Ik doe dat begeesterd, ik doe dat gloedvol, ik vertel recht
uit mijn hart. Onderbreek me niet, het is een stroom
die niet gestuit moet worden, niet nu. Het moet gezegd.
Ik verhaal over geschiedenis, over onrecht, ik noem feiten
en gebeurtenissen. Ik ben herkenbaar, er prijken medailles
op mijn colbert. Ik draag vandaag mijn baret, net als toen.
Ik word niet betaald, ik ben in niemands dienst.
Ik bel aan. Ik vertel ongevraagd mijn verhaal,
het is een drang, ik moet dit doen. En als ik
al een keer mijn verhaal heb verteld,
dan doe ik het later nog een keer. Dan bel ik weer aan.
Mijn stem schiet uit. Mijn wangen kleuren rood.
Ik blijf langs de deuren gaan.
Ik volhard. Dit verhaal drijft mij voort.
Ik kom uit het verleden, ik kom uit de zwarte bladzijde
die niemand lezen of horen wil.
Ik sta pal. En ik sla nimmer om.

zaterdag 2 mei 2015

Hardlooprondje

Je rende je rondje rond de waterplas,
het was, qua weer, een stille zomeravond.
Er was voetbal op tv. Van over het water,
kwam gejuich je in een golf tegemoet:
van het vakantiekamp, er was gescoord.
Ze hadden daar een groot scherm.
We stonden voor. Je grijnsde, je draafde door. 

Voor jou geen rust, je negeerde de short cut
van de brug: je holde langer dan de twee keer drie kwartier.
Het was nu stil, in de rietkraag hoorde je een vogel,
het klonk bekend, maar z'n naam die wist je niet.
Bij het naderen van de stad, passeerde je
het rijtje cafƩs. Er klonk stampende techno
vanuit de deuren en de openstaande ramen.
Eerlijk gezegd, je hield niet zo van dat gedreun.
Maar die uitgelatenheid, en dat gejoel
er was weer gescoord, er was gewonnen,
er sprongen gasten uitgelaten rond,
je grijnsde weer, je liep er heerlijk op.
 

Literatuur dichtbij

Soms is de Nederlandse Literatuur
verbazingwekkend dichtbij:
drie huizen verderop woont Jan Arends
en net buiten het centrum woont
Herman Gorter met zijn vrouw.