als ik
langs de deuren ga en er wordt opengedaan.
Ik zie dat
echt wel. Ik ben niet wereldvreemd.
Ik zie die
blikken wel, die onderdrukte lach.
Ik begin,
noem mijn naam, ik vertel, ik ben mijn verhaal.
Ik doe dat
begeesterd, ik doe dat gloedvol, ik vertel recht
uit mijn
hart. Onderbreek me niet, het is een stroom
die niet
gestuit moet worden, niet nu. Het moet gezegd.
Ik verhaal
over geschiedenis, over onrecht, ik noem feiten
en
gebeurtenissen. Ik ben herkenbaar, er prijken medailles
op mijn
colbert. Ik draag vandaag mijn baret, net als toen.
Ik word
niet betaald, ik ben in niemands dienst.
Ik bel aan.
Ik vertel ongevraagd mijn verhaal,
het is een
drang, ik moet dit doen. En als ik
al een keer
mijn verhaal heb verteld,
dan doe ik
het later nog een keer. Dan bel ik weer aan.
Mijn stem
schiet uit. Mijn wangen kleuren rood.
Ik blijf
langs de deuren gaan.
Ik volhard.
Dit verhaal drijft mij voort.
Ik kom uit
het verleden, ik kom uit de zwarte bladzijde
die niemand
lezen of horen wil.
Ik sta pal.
En ik sla nimmer om.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten