vrijdag 19 september 2014

Je ziet het pas als je het ziet - berijmd

Het is zondag, je loopt je wekelijkse wandeling.
Je bent in gedachten, je gaat het zandpad op.
Je word gepasseerd door de hardloopgroep: pas op!
Je slaat gehaast de hoek om bij de wetering. 

Je voelt het om je heen, als zit het in de lucht:
iets is veranderd, je weet alleen niet hoe of wat.
Is de afrastering vernieuwd, de gaten gevuld in het pad?
Is gindse schuur gerestaureerd misschien?  

Is die rotte boom toch eindelijk maar omgezaagd?
Je weet ergens: dit landschap heb ik eerder zo gezien.
Je bent haast verbluft, de lege akker gaapt
je aan: de maïs is van het land gehaald.

Je ziet het pas als je het ziet

Het is zondag, je loopt je wekelijkse wandeling.
de straat uit en linksaf bij de wetering.
Je ziet een reiger vissen. Je gaat rechtsaf
het zandpad op. Je voelt gelijk: iets is anders,
je voelt het om je heen als zit het in de lucht. 

Is de afrastering vernieuwd misschien?
Is gindse schuur nu eindelijk uit de steigers?
Zijn de paarden links nu meer in getal,
en liepen er altijd al pony's bij?
Je weet niet wat het is, maar
iets is niet meer zoals het was. 

Hebben ze de weg geschaafd, of eindelijk
die rotte boom toch maar omgezaagd?
Je wordt onrustig, je kijkt wat in het rond.
Opeens zie je wat je mist, je bent verbluft:
je ziet ineens de horizon, de lege akker
gaapt je aan: de maïs is van het land gehaald.

donderdag 11 september 2014

Bewijzen stapelen zich op

Ze kraste een visgraatmotief in haar arm,
met een scherf. Het werd eerst rood, later wit.
De littekenribbels, ze moest er steeds aanzitten.
Er was ook verder niemand. Ze doodde de tijd,
en verdoofde haar ziel, haar dag was haar nacht.
Ze vroeg wat ik kwam doen. 

Er was die bezoekuurbezoeking, dan zag je wat.
De kaakklem, die kende je: happen als een vis.
En het haldolloopje. En veel kleren die niet echt pasten:
er was veel sprake van gewichtstoename.
En was de stropdas gestrikt,
dan was het er een met brandgaatjes.
Er was daar de waan van de dag.
Maar ook de waan van jaar in jaar uit.
Waan in, waan uit - definitief waan in. 

Ze legde ook allerlei verbanden: het huis
aan de overkant, daar hing een krans
aan de deur. Maar was dat nou een
paaskrans of een rouwkrans?
Het verderf zit in de bloemen.
En wat kwam ik hier eigenlijk doen?
Wist ik wel hoe slecht ze was? Slechter was er niet.
Vertelden stemmen haar. Hoorde ik die niet?
Ze moest dood. Omdat ze slecht was.
Er waren ook andere stemmen, van leuke jongens,
daar wilde ze geen pillen tegen. 

Die fiets die daar buiten staat,
met dat knipperende achterlicht,
dat betekent toch zeker iets.
En die gevallen servetjes, hoe ze liggen,
zag ik dat patroon dan niet?
Ze willen haar iets aandoen, haar mobieltje,
kijk dan, het was toch duidelijk? Ik kon beter gaan:
bewijzen stapelen zich op.

vrijdag 5 september 2014

Bloemencorso in Haarlem

Staan we naar het bloemencorso te kijken,
horen we ergens in het publiek:" tjonge,
daar kwam iemand voorbij
met een zwaar parfum."