maandag 27 juni 2016

Wegmisbruikers



Dat komt
ik ben in gedachten
ik ben gewoon
ik ben aan het rijden
ik ben in gedachten
ik ben gewoon aan het rijden
ik moet gewoon ergens naartoe
ik denk gewoon, jongens: kom,
beetje tempo erin, weetjewel
ik ben aan het rijden
Te snel? Ik ervaar dat zelf niet zo.
Dat komt
Ik ben aan het rijden
Ik moet gewoon ergens naartoe.

zondag 26 juni 2016

Meisje op de stoep



Hij fotografeerde vogellijkjes die langs de kant
van de weg lagen. Vaak arrangeerde
hij het lijkje en de scene: kopje beetje naar rechts,
pootje links, bloemetje of colablikje ernaast,
waterdruppels op de ogen, alles voor de foto.
Laatst trof hij een meisje, zes uur ’s ochtends,
hoofd in haar armen, huilend op de stoep.
Vogeltje, dacht hij, water op de ogen. Drank,
vriendje weg – niks nieuws onder de zon
dacht hij. En drukte af. Bij het ontwikkelen
trok er een kalkspoor over haar handen,
alsof er draden, banden waren.
Ze was beschadigd, maar dat was wel duidelijk.

maandag 20 juni 2016

Je slaapt, dag



Je liet me achter met een koud, koud hart.
En een briefje waarop stond: je slaapt, dag.
Je was uitgepraat, je wist wat je zag.
Je tas snel gepakt, je ging niet langs start.

Je deed de deur dicht, je was het einde.
Mijn einde, jij had al een nieuw bestaan.
Met man, huis, media en wat al niet.
Ik weet, je leven staat continu aan.

Terwijl ik je hier hartstochtelijk mis,
Je bent nu zo ver van mij vandaan,
Het tijdschrift zegt: jij weet wat leven is.
De cover portretteert je als een miss.

dinsdag 14 juni 2016

Dag liefje,



Dag liefje, ik verlaat je, ik ga weg.
Ik wilde de zee, vuur en horizon.
De lijn is slecht, dit is niet hoe het begon.
Ik wilde verder, niet die tussenweg.

Ik wil niet meer alsof, ik versta je niet.
Ik blijf niet bij jou tot het donker komt.
Ik hou niet meer van jou, jij wel van mij.
Die eeuwige trouw, ik heb het verdomd.

Ik slik mijn keel droog, ik heb geen bereik.
Het is wreed, je weet niet wat je overkomt.
Liefje, ik zie geen toekomst waar ik ook kijk.
Wat is liefde? Je had weer ‘ns gelijk.