donderdag 12 september 2024

Begin bij het begin (een Dirkswoudje)

We konden Pastoor Engelbertus de Zeeuw van de St. Clarakerk in de naastgelegen parochie bezig zien aan zijn bureau. Hij was bezig met de uitvaart van mevrouw Grobben, die op 91-jarige leeftijd het Zorgcentrum Sint Rochus aan de Noorzijde, verlaten had voor een onderkomen in het Eeuwige Koninkrijk. Veel zal ze niet hebben gemerkt van haar verhuizing, want haar geest had haar al enkele jaren in de steek gelaten en de deur van haar bovenkamer opengezet voor Alzheimer. Als mevrouw Grobben sprak, dan hoorde je Lucebert: de woorden verlieten in volkomen willekeurige volgorde haar mond. Er viel wel een touw aan vast te knopen, maar dat betrof dan de stemming, en niet de inhoud of de precieze betekenis, dat was een groot poëtisch raadsel. Mevrouw Grobben dobberde in haar eentje in een groot vacuüm.

Soms dacht pastoor Engelbertus de Zeeuw, een glimp van de oude, of eigenlijk beter, de jonge juffrouw Grobben te zien, dan wist ze even dat ze nu niet goed zat, dan zag ze zichzelf, schrok, en daarna sloot dat venster weer snel. ‘Godverdegodverdegoggodverdommeme, wat zijn dat voor goedertieren, sprak Engelbartus zijn frustratie van zich af,’ om iemand zo achter te laten, Christus nogantoe, waar is de barmhartigheid?’

Mevrouw Grobben had één zoon (de vader zou altijd onbekend blijven, daar heeft zij nooit iets over gezegd) Gerard, Zelfstandig Gritstraler, stond er op het bord naast de deur. Mevrouw Grobben had altijd hoop gehad dat Gerard nog een meisje zou vinden, aan de vrouw zou raken, voor nageslacht zou zorgen. Maar nee, het enige dat Gerard straalde was gortdroog onvruchtbaar grit. En Gerard hield erg veel van zijn moeder, hij bezocht haar bijna elke dag na het gritstralen, maar Gerard had niet de gave van het woord. Niet gesproken, en zeker niet in de geschreven variant. Vandaar dat pastoor Engelbertus de Zeeuw zich over tekst van de dienst ontfermd had. Hij had de Bijbel opengeslagen naast zich liggen, er staken post-its uit, maar toch lukte het hem niet. Een beklemmende rouw had een duisternis de pastorie binnengebracht, ‘godgloeiendegodver, mopperde de even godvrezende als godlasterende pastoor, er moet toch een tekst zijn die een leven uitluidt, een spreuk, een motto, een citaat..’.

En ineens wist hij het, verdomd, mevrouw Grobben had een favoriet boek, dat gebruikte ze zelfs om Nederlandse les te geven aan de buitenlanders in Dirkswoud: Alice in Wonderland. En pastoor Engelbartus de Zeeuw had destijds enkele lessen bijgewoond, en één fragment was hem bijgebleven, omdat het zo geestig was. En puntig. Maar ook omdat het eigenlijk alles zei, over het leven, het leven van mevrouw Grobben, en het citaat was een diepzinnigheid en een boerenwijsheid ineen: ideaal voor Dirkswoud. Maar wat was het ook al weer, het was geniaal in zijn simpelheid, het was het leven zelf, er was geen speld tussen te krijge… ah, daar had hij het. Dit zou de spreuk van de uitvaartdienst worden. Dit kon iedereen mooi in zijn en haar hoofd en hart laten bezinken.

 

Begin bij het begin.
Ga door tot je niet verder kunt,
en houd dan op
.’


 

Ben Hoogeboom schreef voor Sargasso, nurksmagazine en voor zichzelf. Hij had het dorp Dirkswoud bedacht. Hij had de geschiedenis van Dirkswoud bedacht, hij had het dorp een stratenplan gegegeven,  een pastoor, markante middenstanders, een voetbalclub – wat je maar kon bedenken. En dat alles in een jaloersmakende, puntgave stijl. En ik hield zo van dat dorp. Van de Noordzijde, de Fourniturenzaak van Nellie Daas. En ik kon er slecht tegen dat met Ben ook Dirkswoud zou verdwijnen. Dus af en toe dwaal ik nog even langs de Noordzijde, de Zuidzijde en breng een bezoek aan  de St. Clara Kerk.

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten