Vrijdagochtend was het, dus marktdag op de Brink. Ik keek in de kelder en in de groentela van de koelkast: ik had niet veel nodig. Eigenlijk alleen kaas.
Op vrijdag stond NijKaKaas altijd op de markt. En voor de kraam stonden twee rijen: één voor hem, en de ander voor zijn vrouw. En als het druk was kon de wachttijd wel ‘ns oplopen tot zo’n 15 minuten. Maar vandaag ging het snel. Ik had de juiste rij gekozen. Voor mij stond alleen nog een klant die ik halverwege de zestig schatte. Hij had een groene broek aan. En een petje op, en blauwe sokken in zijn sandalen. Maar vooral viel mij zijn tengere postuur op. Hij was amper 1 meter 75, maar hij was ook nog erg spichtig.
Toen hij aan de beurt was, haalde hij een plastic tas uit zijn rugzakje en begon zijn bestelling op te sommen. Allemachtig. Hij noemde wel 6 verschillende soorten kaas. En zijn hoofd bewoog als een vogelkopje van links naar rechts. En wat lag daar, hoe heette dat? En zijn hoofd maakte een pikkende beweging naar rechts. En dat kaasje daar, schichte zijn hoofd. Zijn oogjes priemden dwars door de kraam.
Wat een vreemd mannetje. Maar kende ik hem niet ergens van? Had ik hem al niet een keer eerder ontmoet? Dat spichtige, dat priemende, dat watervlugge – waar kende ik dat toch van? En ineens wist ik het. Het was dat mannetje dat Marten Heijs zijn veters ontfutseld had. Hij was het. Geen twijfel mogelijk. De veterdief uit Noordwijk stond hier in Deventer doodgemoedereerd voor 35 euro kaas te kopen.
De veterdief droeg vandaag sandalen, maar ik was toch gelijk op mijn hoede, had ik wel op zijn handen gelet of waren het klauwtjes? Terwijl ik het mannetje in de gaten hield, probeerde ik snel mijn schoenen te inspecteren, zaten de veters wel goed vast? En kon ik én kaas bestellen en tegelijk mijn veters in de gaten houden? En stel dat hij zijn interesse inmiddels van veters naar schoenen had verplaatst? Ik moest pal blijven staan. Verdikkie, ik kreeg het er warm van, zo werd mijn vrijdagse marktbezoek nog spannend door die veterdief met dat vogelkopje voor me.
Ik keek op, het mannetje was weg, met zijn kaasjes. Waar was hij zo ineens heen? Ik keek rond, voor de zekerheid keek ik ook even naar boven, je weet het immers niet, maar ook daar geen spoor.
Leuk verhaal, mooi om een ontmoeting van lang geleden hier een vervolg te zien krijgen. Marten Heijs
BeantwoordenVerwijderen