Wat is er fijner dan aan het eind van de middag, in de tuin, onder de parasol, plaats te nemen, op de tuinbank, aan de tuintafel, en dan daar verder te gaan in de tweedelige uitgave van Jeroen Mettes, Achtergelaten Werk. Achtergelaten, omdat Mettes zichzelf het leven ontnomen heeft op 21 september 2006. Wat een veelheid, wat een veelzijdigheid, wat een rijkdom aan teksten.
In 2011 verscheen het Nagelaten werk van Jeroen Mettes bij uitgeverij Wereldbibliotheek. Het bestaat uit twee delen. De poëzie werd gebundeld in het volume N30+. Dit volume is grotendeels gevuld met het lange prozagedicht N30, dat uit 32 hoofdstukken bestaat. Een selectie van blogteksten, de nagelaten essays en een poëtica bij N30 werd gebundeld onder de titel Weerstandsbeleid. De Vlaamse dichter en literatuurwetenschapper Geert Buelens verzorgde het nawoord. De twee delen Nagelaten werk werden bezorgd door Piet Joostens, Frans-Willem Korsten en Daniël Rovers.
Ik heb deze uitgave destijds gekocht bij Aalpoel & Schouten, en heb ‘m ook gelezen. Toen Jeroen Mettes nog leefde, heb ik zijn site nooit bezocht. Ik had in die tijd niet zoveel met internet. Dat kwam later pas, eigenlijk een jaar later al. In 2007 zat ik in between jobs, en verkeerde daartoe veel op internet: vacatures, baantjes zoeken- kijken wat ik waard was. Internet was toen nog voor een groot deel terra incognito voor mij, veel interessants ontdekt in die tijd – maar Jeroen was toen al dood. En dat wist ik dus niet.
Wat een geest was hij. Wat een geest had hij. En we zullen dus nooit weten waar zijn geschrijf naar leiden zou. Maar wat hij achtergelaten heeft, dat is al interessant en prikkelend genoeg. Wie zou zijn hedendaags equivalent zijn?
Het Nagelaten Werk, bestaat uit twee delen. Het ene deel betreft het lange prozagedicht N30+, en het andere deel bevat zijn gedachten over (recent) verschenen (Nederlandse) gedichtenbundels. En dat is een prikkelende, intrigerende bundel.
Jeroen Mettes was zeer geïnformeerd, erudiet en hij formuleerde erg precies. En hij had dus een mening. Over poëzie kun je, dat is inherent aan het genre verschillende meningen hebben. En Jeroen Mettes had zijn serieus onderbouwde mening.
Wat een heerlijke uitgave om gewoon, kris kras door te nemen op een nazomeravond, met pen en papier ernaast en te overwegen: zou ik dit, en zou ik hier dat?
Ik had zelfs al een aantal notities (over het aantal motto’s dat aan een gedicht vooraf gaan mag. Dat ging in dit specifieke geval over het gedicht wwwwwhooooshh van Dirk van Bastelaere, 2006 - drie motto's (toe maar) van 3 intellectuele reuzen) over bepaalde recensies en over het tijdsbeeld van deze uitgave.
En daar ga ik verder helemaal niets mee doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten