De Bolwerksmolen staat er niet op, ook niet zelfs maar een klein stukje van de boog van de Wilhelminabrug, de horizon staat scheef, de IJssel loopt leeg naar rechts, maar ze deed het toch maar met haar iPhone, Koningsdag 2024, voor twee euro, en een directe print op papier, als souvenir.
zaterdag 27 april 2024
Koningsdag 2024, Welle, Deventer
Anker Kruis Hart en apenkool
Peter Verhelst heeft met de bundel Zabriskie, De Grote Poëzieprijs van 2024 gewonnen.
De shortlist bestond verder uit:
· Sunset
industries, Jens Meijen
·
Indolente,
Dewi de Nijs Bik
· De
maan schijnt feller in de metaverse, Merel van Slobbe
· Anker
Kruis Hart, Sofie Verdoodt
Van Jens Meijen heb ik zijn vorige bundel gelezen, Xenomorf, en van Dewi de Nijs heb ik, op een enkele recensie na, nog niets gelezen. De bundel van Merel van Slobbe, De maan schijnt feller in de metaverse, heb ik met stijgende interesse gelezen: ik heb nog nooit zo vaak iets moeten opzoeken tijdens het lezen van een dichtbundel: wie was, wanneer en wat? Ergens las ik dat een recensent die bundel ontroerend vond, ik vond ‘m vooral leerzaam en onderhoudend. En erg eigentijds.
En dan is er nog de bundel Anker Kruis Hart van Sofie Verdoodt (met deetee). Ik heb ‘m niet gelezen en ik heb er ook nog niet over gelezen. Tot afgelopen donderdag. Toen stond er in de NRC een recensie van een complete pagina, plus nog een stukje, van Maria Barnas. Ze gaf als eindwaardering de bundel vier ballen, dat is bijna het maximum. Poëzie bespreken, altijd lastig, want waar gaat het over? En hoe beschrijf je dat?
Maria Barnas deed het zo, een willekeurig citaat: ‘Verdoodt maakt de lezer deelgenoot van een afdaling in de onderwerelden van de geest. Ze slaagt erin om ruimte te scheppen voor een gelaagde werkelijkheid die zich openbaart vanuit het kleine en bovendien om vrijheid af te dwingen op beklemmende systemen van taal, de maatschappij, het leven. Dat deze strijd geleverd kan worden in, en met poëzie, biedt hoop – alle verslagenheid ten spijt. Misschien is deze hoop een vorm van geloof, misschien zelfs liefde.’
Het treurige aan zo’n recensie is dat de bundel zelf hierdoor besmet raakt. Ik bedoel: ik denk niet dat iemand zich door deze recensie aangespoord zal voelen om naar de boekwinkel te gaan. En dat is jammer, want de in de recensie geciteerde gedichtfragmenten, die zijn mooi. Jammer dat ze zo gepresenteerd worden op een bedje van apenkool.
zaterdag 20 april 2024
Saly
Saly, je bent vijf jaar en je
wordt door je tante in haar armen gehouden.
Ze drukt je tegen zich aan.
Je bent in een wit laken gewikkeld
en daaronder blauw
plastic: je zit in een plastic zak Saly,
maar daar merk je niets van,
want je bent dood.
Je voelt de handen van je tante niet, je ziet
haar tranen niet.
En als je je afvraagt waarom je niet wordt vastgehouden door
je moeder, je moeder is er niet, want je moeder is ook dood.
Maar Saly, je staat in alle kranten over de hele wereld,
met je foto heb je de eerste prijs gewonnen.
Je bent een bundeltje rouw en
verdriet,
dat je zelf niet meer ziet.
woensdag 17 april 2024
zondag 14 april 2024
Ontroerd
‘Hoi pap, mijn telefoon is kapot gevallen, het touchscreen regeert niet meer. Kun je mij even een berichtje sturen via dit linkje?’
Dit berichtje ontving ik gisteren. Niet op reageren, niet op spelfout letten. Oppassen, scam, oplichters.
Toch was ik, kinderloze, even ontroerd door dat ‘hoi pap’, en keek er nog even vertederd naar voordat ik het wiste, hoi pap.
vrijdag 12 april 2024
De Koning van de Insecten
‘O, mij God!’
Wat
bedoel je?
Daar zit hij, ik bedoel, daar
zit H I J
Sorry, maar ik vat ‘m nog steeds niet, hij?
Wie zit waar?
O, zie ‘m daar toch zitten, je
ziet het niet aan hem af.
In zijn achtertuin, aan zijn
tuintafeltje, met zijn boeken,
O, Got, wat zou hij lezen! Ik
ben zooooo benieuwd. Kan er
Iemand even inzoomen?
Ah, daar hebben we een dichtbundel van Ronalda
S. Kamfer,
Een roman die ‘Roman
zonder leugens’ heet, en een kunst-
Fotoboek van Boris Mikhailov.
Dat was het? Wat staat er nog meer op dat
tafeltje?
Ik zie een notitieblokje en
een pen. En nog, het zal ook niet,
een bierflesje en een glas,
half leeg.
Dichters.
Maar weet hij dat hij de Koning
van de Insecten is? Ik bedoel,
net liet een van ons zich in
positie zakken, pal voor zijn bril.
Even de zaak in ogenschouw
nemen, even de boel onderzoeken.
De daarop volgende bleef ook lang
in positie en keek hem lang
inringend aan, of bij hem
naar binnen, hoe noem je dat.
Dit is HEM. De redder
van mijn broer, de hommel, die wanhopig
door een ruit probeerde te
ontsnappen. HIJ heeft hem buitengezet
in een theeglas met een
kartonnetje eronder. HIJ heeft hem zijn
vrijheid hergeven.
En dan de familie keldermot. Hoe
vaak heeft hij ze wel niet,
terwijl ze verdwaald waren, in
de keuken, op zolder, op de trap,
in de gang, in de kelder met
een ansichtkaart geschept
en hen het paradijs gegeven, buiten,
vochtig, donker
onder de regenton? En het aantal spinnen dat weer buiten,
en het aantal bijen dat weer
buiten, en het aantal wespen,
en het aantal, uh, dikke vliegen
dat weer buiten is gezet –
En hier zit HIJ dus,
in de tuin, aan zijn tuintafeltje. Met zijn
boeken en zijn bierglas.
Heeft niets in de gaten. Hoe, hoe
kunnen we hem bedanken? Voor
ons, voor onze voorouders,
voor onze kinderen, onze
poppen, onze larven. Zullen we
allemaal even tegelijk, heel
hard zoemen?
woensdag 10 april 2024
Wollah
Ze had van te voren gebeld. Een
rustige vrouwenstem. Of er nog een kamer was voor vannacht, een tweepersoons.
Honderdvijentwintig euro? En kan dat dan cash betaald? Dat is goed, dan komen
we over anderhalf uur. En om 01.00 uur ’s nachts stonden meneer, en een zwaar en
gewaagd beboezemde mevrouw, voor de deur, kinderen van Noord-Afrika. De kamer
was prima, maar was de bar nog open? Want dan namen ze graag een fles Sauvignon
en twee glazen, en een glas Johnny Walker Black Label mee daar naartoe. En een fles Wodka, o, mag dat niet?
Later klonk vanuit hun kamer
gelach en muziek. En gepraat in een taal die ik niet kende. Beiden waren
rokers, dus regelmatig gingen ze samen naar buiten om bij de voordeur te roken
en verder te praten waarbij mevrouw steeds enorme hoestbuien kreeg. Of ze nog
een drankje konden bestellen? Nog een Johnny walker met cola en ijs misschien?
De Ramadan was duidelijk voorbij vannacht.
Het liep al tegen vijf uur, toen meneer zich meldde bij de receptie, hij was gekleed in zijn singlet, bedtijd, zo te zien. Hij had een question. Of ik een tablet had. Of ik een wat had? Voordat ik kon vragen of hij misschien een Paracetamolletje bedoelde, verduidelijkte hij: Viagra.
maandag 8 april 2024
zondag 7 april 2024
Mijn moeder en ik en Lucebert
De lente is onverwacht warm,
en je bent vrij, dus je zit in de tuin met niets anders dan de gedichten van
Lucebert. Die bundeltjes, Val voor Vliegengod, en Triangel in de Jungle,
en De dieren der democratie, had
je gekregen van je moeder, op je verjaardag, toen je een puber was, in de jaren
zeventig, dat was.
Wat zal ze toen gedacht hebben? Deze
gekkigheid past wel bij hem? (Verstond mijn moeder wat zij las?) Had ze jou zo
goed in de peiling? Oversteeg ze haar eigen wereldbeeld?
Daarna las ik Tonnus Oosterhoff.
(Met achterin zijn eerste verzamelbundel een cd-rom). En nu schuiven we
twee dimensies op: mijn moeder wist niet wat een cd-rom was, en ik kan zo’n
obsoleet geval niet meer afspelen, want de apparatuur daartoe
ontbreekt.
Maar mam. Je zou me nu moeten
zien, in de tuin, met die twee bundeltjes, van jou, ik bedoel, van Lucebert, maar
ik kreeg ze van jou. De woorden in de gedichten kiezen hun eigen volgorde, en vliegen
alle kanten op, maar ik volg ze mam, ik volg ze. En ook lees je dit niet meer,
dankjewel mam, voor toen, voor nu.
Kunstwandelroute Hummelo 2024
Wat zou je kunnen doen tussen Pasen en Pinksteren? De Kunstwandelroute van Hummelo (Gelderland) lopen natuurlijk. Elk jaar is er in deze periode over het Landgoed Enghuizen een kunstroute uitgezet van ongeveer 4 kilometer, met daarop dit keer 33 kunstwerken. En er is geen entree, het is gratis. Maar je wilt natuurlijk wel weten wat je ziet, het blijft moderne kunst immers, en je wilt misschien ook wel weten wie het gemaakt heeft. Er is een catalogus te koop voor 6 euro met daarin de nodige informatie, plus foto’s van de kunstwerken. Plus ook nog ‘ns een prijsvraag: wie maakt de meest aansprekende foto van deze kunsteditie?
Enfin, ben je in de buurt, en heb je een uur of drie over, parkeer je fiets of auto bij hotel restaurant De Gouden Karper, trek wel stevige schoenen aan, want het traject is wel modderig, en geniet, of bekritiseer, dat mag natuurlijk ook.
De Kunstwandelroute van Hummelo bestaat al sinds 1999. Maar voor mij was dit de derde aflevering die ik meemaakte, sorry dat ik het zo laat ontdekte. Wat zo fijn is aan dit kunstproject is de omgeving. Het landgoed van de graaf Van Rechteren Limpurg, het dorp Hummelo, en het terras van De Gouden Karper. Hou je van rust, kleinschaligheid, natuur, dan is deze kunstroute een overweging waard.
Wij hebben voorafgaand aan onze wandeling buiten geluncht bij de Karper, wat wil je ook als het ineens 23 graden is? De klok van de Hervormde Kerk die tegenover het hotel/restaurant staat, sloeg half 1, tijd om de rekening te betalen en de kunst te bekijken. Ik kocht de catalogus bij het kraampje van de organisatie. De dame had een hoed op en droeg een vrolijke blouse. ‘Is uw werk ook te zien op de route?’ vroeg ik. ‘Ja, ik ben nummer 7’, antwoordde Gebke Westra ‘alleen de foto in de catalogus doet het werk geen recht.’
En, we lopen nu wat vooruit
op de zaken, maar Gebke had gelijk: het kunstwerk was heel sierlijk en
vrolijkmakend, en de foto deed het geen recht,
De paden op de lahahahahenen
in. En op een landgoed zijn dat gauw machtige beukenlanen. O, misschien even
een waarschuwing vooraf: als je niet tegen vogelgezang kunt, hoog, repeterend,
riedels, doordringend, kortom, wat vogels doen als de lente begint, keer dan
om. Want dat is wat je de hele wandeling zult horen, continu. De hele tijd door.
En dan hebben we nog niet de schapen en lammeren genoemd met hun geblaat en gemekker. En aangezien die wollige, pluizige veestapeltjes ook poepen, is er ook een prikkelende mestgeur.
Goed, maar nu de kunst. Wat trof mij, wat viel mij op? Wendy Janssen heeft het kunstwerk Denkbepalen. Drie totempaalachtige sculpturen die niet gelijk hun betekenis prijsgaven. Ze hielden wat verborgen, en ze suggereerden van alles. Wat was dit? Ik zag stukjes krant, ik zag veel zwart, ik zag vreemde tekens, gezichten, ik zag geheimzinnigheid. Er waren doorkijkjes, en er was natuurlijk die enorme eik die er achter stond. Het kunstwerk maakte zeker indruk, maar het was lastig te zeggen welke. Mijn denken schoot alle kanten op.
Het volgende kunstwerk is van
Piet Post, een juffertje in het groen: Eindelijk voorjaar: rokjesdag.In Iran lopen vrouwen die
minirokken willen dragen, op stelten.Wat we zien is een groene
vrouwenfiguur met een jurkje. Zou het Islamkritiek zijn? Het is niet echt
duidelijk.
Verderop staan de 6 customized
stoelen van Kristie Legters. Zij verwijst met haar kunstwerk naar de graven van
landgoed Enghuizen: hun initialen zijn in de bekleding geweven. Je kunt er
alleen niet op zitten.
En nu komt er iets vreemds:
er mist een kunstwerk. Er is een kunstwerk verdwenen. Waarom? In de catalogus
staat er nog een klein plaatje van de ‘Levenswade’, (dat in tegenstelling tot
de ‘lijkwade’ gok ik), maar het ding is niet te zien. Wrang genoeg was de titel
van het kunstwerk ‘Maar ik ben er nog’.
We lopen verder langs de
kunstwerken, de een is interessanter dan de ander. Van de bijdrage van JokeVisser, drie keramieken huisjes, is vooral die waar Margriet van Enghusen,
met rozenkrans is afgebeeld, in art brut traditie, bijzonder.
Hup, we moeten verder, langs de theepot van Marijke van Kampen, met die mooie kwaststrepen, langs de dieren van de Nachtwacht van Fieke Jolink, en dan komen we bij ‘Terugkeer van deDodo’. En wat een vrolijke kunstbende is dat. Kijk daar hebben we het Dodokuiken met moeder Dodo, maar ook, de hop, de ijsvogel, de specht, kaketoe, papegaai, het roodborstje en de uil. Welkom terug, Dodo.
Jammer trouwens, dat de theekoepel op het eiland in de vijver, niet toegankelijk is. Ik had daar graag gezeten, met een kopje thee, of zonder, dat had ook gemogen.
De actualiteit gaat aan deze kunstroute niet voorbij. Hier dringt het klimaat ook door in de kunst. ‘Naar de kloten!’ liet ik achter op de spiegel in het kunstwerk van RobChevallier. (Er werd de bezoeker gevraagd om een mening). Mooie foto’s, vond ik, maar wat weet ik ervan?
‘Al ligt een boomstam nog zo lang in het water, hij wordt nooit een krokodil’. Aan dat gezegde dacht ik bij het kunstwerk van Kees Donkers. Ook al verblijf je, woon je ergens nog zo lang, al je er niet geboren bent, zul je altijd een vreemde blijven.
Een actueel dingetje, over acceptatie en discriminatie enzo. Maar ik zat ernaast. Deze boomstam, gemaakt van bestek dat aan mekaar gesmeed is, verbeeldt ongebreidelde consumptiedwang. Ook erg natuurlijk.
We lopen verder, langs de female gaze, een exotische kamerplant die bestaat uit paarse wc-borstels, en onder dansende zoete hartjes die tegen mekaar klingelen, het gedicht op het zeil van Hans Mellendijk, naar de Omarming.
En bij het kunstwerk van Hermine Grob, of eigenlijk kunstwerken, want het gaat hier om drie bomen, werd er veel gefotografeerd door de bezoekers. Die gouden handjes, met armbanden van beukennootjes, die de bomen omarmden, brachten veel positieve reacties teweeg. ‘Laten we zuinig zijn op de natuur, omarm de bomen, zij geven ons zuurstof om te leven’, om de catalogus te citeren.
Bij de boerderij De Klevenhorst, kan de bezoeker pauzeren voor een sanitaire stop, een kopje koffie, thee, appelgebak, of luisteren naar een voordracht als het zondag is.
Helaas kan niet alle kunst altijd boeiend zijn voor iedereen. En dat is bij deze Kunstwandelroute natuurlijk ook het geval. Komt nog ‘ns bij dat we nu te maken krijgen met het fenomeen dat kunst die in de buurt van de uitgang van een museum hangt, op minder aandacht hoeft te rekenen dan kunst die dicht bij de ingang staat. Jammer dan, maar ik ruik de stal, ik wil naar huis, of naar de auto, of naar het bier. Kunnen we snel door?
Dus slaan we over: de zwammen in de bench, achter alle waarschuwingssignalen, de vierkante meter vlas, de bogen over de beek met daaraan hangend raffia, alles onder het kopje: verbinding (het zal ‘ns niet), de groene Chinese draak, mooi, maar de locatie is vreemd, en een uit latten vervaardigde folly.
Maar daar hebben we ineens
een veld zonnebloemen in het bos, eigenlijk ook niet de beste locatie voor dit
kunstwerk, immers, zonnebloemen in een bos? Toch weet dit kunstwerk te boeien.
Wat doen uitgebloeide zonnebloemen hier in april? Zijn ze van brons soms? Nee,
ze zijn echt. Hebben ze dan een half jaar ergens te drogen gehangen? En hoe
kunnen die dingen rechtop staan? Zit er een standaard in? En wat is er met die
perspectief vertekening? Vooraan is het pad toch breder dan achteraan?
Intrigerend kunstwerk van Jozef Kemperman. Misschien wel het beste wat ik vandaag gezien heb. (Waarom heeft deze kunstenaar geen goede site?)
De wandeling sluit af met een serie portretten van Youzan Chen. Vanaf het doek word je aangekeken door 24 inwoners van Hummelo. Allemaal wit. In de begeleidende tekst staan eigenlijk alleen maar positieve verhalen. Iedereen is er altijd voor elkaar. Verbinding. Alles is prima, alles is goed hier in Hummelo.
Ondertussen tuft er, luid toeterend, een stoet E-choppers over het landgoed.
Tsja.
vrijdag 5 april 2024
Bankje in het park
Hij zat op een bankje in het
park. Ik was er net op tijd bij.
Hij zat daar met een fles spiritus
naast zich, half leeg.
En maar schreeuwen dat hij ‘hellig’
was, goed hellig.
En dat hij dit zou. En
dat bij die en bij die. Dat leek
me niet goed, zo’n hellige Tukker,
dus heb ik de ambulance gebeld.
Hoe hij op dat bankje
terechtkwam, en wat daar
weer allemaal aan vooraf
ging, zijn geschiedenis,
dat weet ik niet. Wie heeft
hem op dat bankje gezet,
wie heeft hem aan de alcohol
geholpen?
Waarom is hij niet met de
trein naar Parijs gegaan?
Waarom heeft hij niet een
tuin aangelegd. Waarom
heeft hij zich niet verdiept
in de kunsten? Waarom
heeft hij zich niet gericht
op de psychiatrie? Waarom
heeft hij geen vrouw ontmoet,
een gezin gesticht?
(Ja, hij heeft ooit, een klant,
een vrouw dus, toevallig,
toen hij met zijn sokkenkraam
op een markt stond,
verleid, hij belandde met
haar in haar bed. En weer
veel later, liet diezelfde
klant, die vrouw dus, zich
nemen
op een Oudjaarsfeest, op de toiletten, notabene,
getver, kun je ook zeggen, waar is de romantiek immers,
enfin,
lekker fris is anders, in beide gevallen leidde
deze gebeurtenissen naar
de poli, het ziekenhuis,
pillen, prikken, de rataplan: pijn en slechte herinneringen).
Maar
wat had hij daarmee te maken? Was hij haar God
ofzo
misschien? Wist zij haar verantwoordelijkheid niet?
Hij
zat op het bankje, de toekomst spiegelde zich in
de parkvijver:
eenden en een gemankeerde fontein.