‘O, mij God!’
Wat
bedoel je?
Daar zit hij, ik bedoel, daar
zit H I J
Sorry, maar ik vat ‘m nog steeds niet, hij?
Wie zit waar?
O, zie ‘m daar toch zitten, je
ziet het niet aan hem af.
In zijn achtertuin, aan zijn
tuintafeltje, met zijn boeken,
O, Got, wat zou hij lezen! Ik
ben zooooo benieuwd. Kan er
Iemand even inzoomen?
Ah, daar hebben we een dichtbundel van Ronalda
S. Kamfer,
Een roman die ‘Roman
zonder leugens’ heet, en een kunst-
Fotoboek van Boris Mikhailov.
Dat was het? Wat staat er nog meer op dat
tafeltje?
Ik zie een notitieblokje en
een pen. En nog, het zal ook niet,
een bierflesje en een glas,
half leeg.
Dichters.
Maar weet hij dat hij de Koning
van de Insecten is? Ik bedoel,
net liet een van ons zich in
positie zakken, pal voor zijn bril.
Even de zaak in ogenschouw
nemen, even de boel onderzoeken.
De daarop volgende bleef ook lang
in positie en keek hem lang
inringend aan, of bij hem
naar binnen, hoe noem je dat.
Dit is HEM. De redder
van mijn broer, de hommel, die wanhopig
door een ruit probeerde te
ontsnappen. HIJ heeft hem buitengezet
in een theeglas met een
kartonnetje eronder. HIJ heeft hem zijn
vrijheid hergeven.
En dan de familie keldermot. Hoe
vaak heeft hij ze wel niet,
terwijl ze verdwaald waren, in
de keuken, op zolder, op de trap,
in de gang, in de kelder met
een ansichtkaart geschept
en hen het paradijs gegeven, buiten,
vochtig, donker
onder de regenton? En het aantal spinnen dat weer buiten,
en het aantal bijen dat weer
buiten, en het aantal wespen,
en het aantal, uh, dikke vliegen
dat weer buiten is gezet –
En hier zit HIJ dus,
in de tuin, aan zijn tuintafeltje. Met zijn
boeken en zijn bierglas.
Heeft niets in de gaten. Hoe, hoe
kunnen we hem bedanken? Voor
ons, voor onze voorouders,
voor onze kinderen, onze
poppen, onze larven. Zullen we
allemaal even tegelijk, heel
hard zoemen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten