donderdag 7 augustus 2025

Reis naar het einde van de Deventer Boekenmarkt (in elf verzen)

 


1        
En was plots een boek aan je verschenen
Als in een visioen met een duiding
Je zocht gejaagd naar titel en auteur
Maar mist en licht ontnamen je het zicht.

Was dit een boodschap, en gericht aan jou?
De mist en het licht waren weg, het boek ook.
Je vroeg je af wat de bedoeling was
Moest jij nou op zoek naar de bedoeling, 

dus dat boek, of was dat boek op zoek naar jou?
Je dronk een fles en deed je ogen dicht:
Je zag een kast waarin een boek ontbrak
Er daalde een urgentie in je neer.
 

2
Je knipte je computer aan en zocht
Online naar het boek uit je visioen
Wat je daar wel niet allemaal tegenkwam
Was alles, behalve dat wat je zocht. 

Wat zou toch de inhoud zijn van dat boek?
En zou je daar dan ook iets mee moeten?
Zou je leven niet compleet zijn zonder?
De kwestie werd op de spits gedreven 

Je voelde je benauwd, je moest eruit
Je zocht snel je reisspullen bij elkaar:
Maar waar in de wereld vond je dat boek?
Je smeerde alvast brood voor onderweg.

3
Er was een plek waar boeken samen kwamen
Eens per jaar, aan de kades van een stad
Aan een rivier. Je boekte een hotel
Waar Komrij, Wigman, Zwagerman en Brands

hadden overnacht. De nacht van je leven,
dacht je, dus kon je de slaap niet vatten
de Nachtportier wees je naar de kramen
staketsels nog, niet door zeilen bedekt

De kades leeg, een late kroegloper
Probeert een goed gesprek bij zonsopgang
Daar zijn de busjes van de antiquairs
En daar de dozen, Dole, Chiquita

 4
Waarin de handelswaar, de boekenrij
Uitgepakt onafzienbaar, kilometers
Fundgrube, bestimmt,
maar waar te zoeken?
Je kocht een gidsje met een plattegrond
 
De kramen hebben nummers en thema’s
Er is een alfabet, heel handig maar
Jij weet titel noch auteur of uitgever.
Je sluit je maar bij de bezoekers aan
 
Zij hebben lijsten, zijn op zoek naar reeksen
Er wordt gezocht, gekocht en afgestreept
Steeds minder te gaan, de tassen raken vol
Je schuifelt mee, zet je ellebogen uit
.
 

5
Maar was er al over het weer gepraat?
De vijanden van het boek zijn: water,
Vuur, censuur en ook het zilvervisje.
Vandaag viel er geen water uit de lucht.

Er was handelsgeest: alles voor de helft
Zeldzaam, uniek, gesigneerd, alleen vandaag,
Alles tien euro, tenzij lager geprijsd.
Men bood, men dong af en men ging akkoord.

Je keek om je heen: je zag lezers links
Op de stoep, lezers rechts op het muurtje
Verdiept in de aanschaf, verdiept in de vondst
Maar in jouw handen was er alleen gemis.

6
Je liep langs de kramen en raakte bedwelmd:
Die boeken, strips, hier liep je door je jeugd
En dit boek kreeg je ooit van je ouders
Je sloeg het open, je kon de tekst dromen.

Wakker werd je door de geur van wafel.
Warmgebakken met aardbeien en room
Ook was er koffie, ook was er bier
Boeken lieten zich goed combineren.

Je liet je blik over de IJssel dwalen
Nadat je het gedicht op het servet las.
Je luisterde naar de rolkoffertjes
met boeken, en je hoorde je gemis.

 7
Op het plein bevond zich een la
byrint
Ga erin, ried men je, daar vindt u vast
Uw boek. Het labyrint heeft geen uitgang
Je  dwaalt oneindig rond in deze ellips.

Zonder je boek verlaat je ook dit plein
En voeg je je weer in de mensenstroom.
De route ging nu naar een ander plein
Waar schrijvers wachten op hun publiek

De volgende stop was de kraam met de Ramsj
Het lot, de zwarte stip aan de horizon
O god, dan liever nog de Worstenwalm
En de jankende kinderen daarnaast.
 

8
Over janken gesproken. Die schrijver
Van gisteren, die brak in dat interview?
Man – maar hij herpakte zich wel heel erg goed.
Maar al met al had jij nog niet dat boek.

Op de markt zigzagde de mensenstroom
En ook ging men heen en weer, men botste.
Je dacht aan Van Beek, van Robert Anker
Van Goede manieren (je miste hem) 

Zoals hij door een episodisch gedicht
Kon gaan, dat wenste jij ook voor jezelf.
Dat gemak, die souplesse, maar evengoed
Had jij je boek uit je visioen nog niet.

9
Je zocht, keek bladerde, voelde en snoof:
Dit boek was echt van een roker geweest
En dit boek had jaren kelder gehad.
En als je afging op de opdracht

Voorin, met datum en plaats genoteerd
Was hier een vriendschap voorgoed gesneuveld
Voor iedereen te kijk, gênant, eerste druk
Dat wel, dus toch nog aardig aan de prijs.

En deze, gesigneerd, maar wat zegt dat?
Je keek ‘ns om je heen en zag wat rare
Kwanten. Ver van mode afgedreven.
Rare hoedjes, rare jassen, alles raar.

10
En je vroeg je af: ben ik een van hen?
Alles voor de helft’ stond er op een bord.
En je schudde je muizenissen van je af
Focus’ dacht je, lokaliseer het boek

Dat daar op je wacht, dat je daar verwacht
Opgelucht dacht je, nu ik toch hier ben
Laat ik dan wat favorieten kopen,
Een Henkes een Bindervoet, Lucebert.

Je kocht nog een Fries en een Rus erbij.
Het eind van de Markt was bijna nabij.
Wat zag je daar, je tuurde, wat zag je?
De klok sloeg vijf, je had nog amper tijd.

11
Je zag de omslag, je voelde een rilling
Dit was ‘m, aan het visioen gelijk.
Het boek waar je naar op zoek was, of was
Het omgekeerd? Vandaag kon alles hier.

Je griste het boek van de kraam, betaalde
Veel te ruim, ademde zwaar, en sloeg het
boek open: de pagina was wit, alles was
wit. Het boek was een dummy, onbedrukt. 

Je queeste kwam je ineens belachelijk voor
Waar had je al die moeite nou voor gedaan?
Dat boek, met al die lege bladzijden
Plots wist je het: je pakte je pen en schreef.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten