Je hebt ooit een lift gekregen van twee mannen, die zich, gaandeweg de rit, steeds openhartiger ontpopten als stropers. Ze wezen je links en rechts de plekken waar ze hun fuiken hadden staan en waar ze hun strikken hadden gezet. Ze hadden hun trots. En ze zetten je nog af voor de deur ook, ergens in het buitengebied waar op zondag trein noch buurtbus kwam. Het ontbrak er nog maar aan dat ze je bij het afscheid een bosje paling in de handen drukten, of een nog warme haas (nog wel even villen hè).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten