Is het mogelijk om een jaar lang
een T-shirt met print te dragen (nee, niet elke dag natuurlijk) en dan niet
weten wat er op staat? Ja, dat is mogelijk, want dat heb ik gedaan.
Verleden jaar bezochten wij voor de eerste keer Folly Art Norg en toen kocht ik als souvenir een T-shirt met het logo er op van dit leuke evenement. Afgelopen weekeind liepen we voor de tweede keer de route langs de follys in dit Drentse dorp, en toen begreep ik dat wat ik aanzag voor een abstract logo, dat daar dus gewoon folly stond. Weliswaar op een kunstzinnige, gestileerde manier geschreven, maar toch – ik had dat wel ‘ns mogen opmerken, dude, echt.
De editie van dit jaar telt 21 follys, elk met zijn eigen karakter, verhaal, vorm, kleur, materiaal, techniek en locatie – dus er is altijd iets interessants te zien. De catalogus noemt onder andere dat: Folly Art Norg staat voor het dwaze, het vervreemdende en iets dat er gewoon mag zijn. Een viering van het nutteloze, een lofzang op het plezier van maken.
En dat laatste klopt, het plezier is te zien. Wat niet te zien is, zijn de uitdagingen die de maker is aangegaan, en zo te zien heeft overwonnen. Wat niet te zien is, is het geïmproviseer wat eraan vooraf ging, het proberen, het rekenen, het tellen van het geld, het zoeken naar oplossingen, het passen en het meten en het overnieuw beginnen, het zweten van de maker: hoe zal dit ontvangen worden? Zou het genoeg zijn? En hoe zou de folly overkomen op de locatie?
Het begrip folly mag hier in Norg ruim worden opgevat, men is hier niet zo van dat benauwde hokjes denken: een folly is niet altijd een bouwsel van steen, hout of metaal. Het is ook niet zo dat je erin moet kunnen, dat het een mini huisje zou moeten zijn – anything goes, lijkt hier het credo, adagium, motto te zijn.
Dus de bezoeker komt hier nogal wat variatie tegen: zonnepanelen, gaas, textiel, steigerplanken, touwen, buizen, plastic, foto’s, pvc buizen, riet en elektronica. En dat allemaal tussen de dennen, de zandpaden, de weides, de ijsbaan en de es van Norg.
Toen we de route gelopen hadden en we wat dronken bij het startpunt, vulden we het formulier in van de publieksfavorieten. Lastig, er mochten maar drie follys genoemd worden. Dus: welke moesten er afvallen? Pijnlijk. Ik had vier favorieten:
Het Regio Kasteel omdat het zo mooi geel was, en zo heerlijk appelleerde aan de kindertijd, met die dappere wachters en dat paard zo zorgzaam in dat kamertje. Een groot Lego kasteel, met levensgrote Playmobil poppetjes. Een monumentje aan die kindertijd.
De tweede: Perspectief van Marcel Brouwer. Eigenlijk nog een geluk dat we deze folly nog zagen, want we waren een beetje van de route afgedwaald in het bos. Het leuke van deze folly is het speelse, het interactieve element. En ook deze folly heeft vrolijke kleuren en nodigt uit. Het leuke aan dit object is, dat het beweegt, dat je het kunt bewegen, draaien. De kermis niet ver weg. Gaat dat zien, gaat dat zien. (En er zit ook humor in).
Nummer drie: Triangles of Joy van Maarten Douwe Bredero. En deze folly roept gelijk een vraag op: moet een folly uit één geheel bestaan? Op deze open plek in het bos wordt het antwoord gegeven: nee, een folly kan ook uit meerdere losse delen bestaan, zoals hier dus. Hier staan twee metershoge houten waaiers tegenover elkaar terwijl er op de achtergrond zwoele salsa muziek klinkt. En ineens zie je het: dit is een interactie. Tussen wat en wie, dat weet je niet precies, maar deze waaiers communiceren met elkaar, en met jou. Ondertussen wordt de waaier beklommen door een bezoeker, de balken zijn natuurlijk ook houten traptreden, heel uitnodigend.
En, er was nog iets: deze houten waaiers op giga formaat, waren uitgevoerd vervaardigd door De Groot Vroomshoop. En ik ken dat bedrijf, en ik ken die naam, De Groot, want ik heb ook in Vroomshoop gewoond, en twee huizen verder stond het houten (duh) huis ’t Houtheem, van de familie De Groot.
Het bovengenoemde houten huis ’t Houtheem, bestaat niet meer. Het pand is vervangen door een stenen villa. (Je kunt wel weggaan uit Vroomshoop, maar Vroomshoop gaat niet weg uit jou, zo blijkt maar weer).
Dus we mochten maar drie follys nomineren. Dus, sorry Tim Stoop met je prachtige Hemelwerk. Sorry Jessica Scholtes met je gedurfde wapperende combinatie van foto’s, tentstokken, doek en licht: Wall.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten