In de zomer vulde de achtertuin zich met van alles dat voorbijdreef. De Magnolia, de kamperfoelie, de Jasmijn, het gezoem van de bijen, het geluid van het stuntende vliegtuigje, hoog boven, de lege flessen van het bezoek, de wietpeuk van de vriend die het niet laten kan, de spelende, lachende (of huilende of kibbelende zo gaat dat, altijd in stereo) tweeling van een paar huizen verderop, de rook van barbecue van de Moskee, vaste prik op vrijdag. Het geklater van het water in de gieters voor de planten. En de flarden Oekraïens die over de schutting kwamen. Als er gekookt werd: de geuren uit dat Oosten, als er bezoek was: de gesprekken, die kringelden in de zomerlucht. Er klonken toonladders, serpentines en krulletjes. En er was gekwetter en geschater in dialoog, opgespaard voor lang verwacht zangerig bezoek.
Foto: Maria Willems
Geen opmerkingen:
Een reactie posten