We zijn op een festival
geweest waar het beste als eerste gepland stond. Of dat handig is, ik weet dat
niet. We zijn op festival ZONDVLOED, muziek en poëzie geweest.
Het festival wordt al voor de derde keer gehouden, maar de eerste twee edities heb ik gemist. Kwam het door vakantie, werk, of triggerde het programma en de toenmalige locatie mij toen niet genoeg? Wat die locatie betreft: de eerste edities speelde Zondvloed zich binnen af. En nu was het een openluchtfestival, op een bijzonder aantrekkelijke plek, namelijk achter de oude Gasfabriek, het oude GEWB terrein, in Deventer. Er zijn platanen, er is een grasveld, er is een rij ruisende en ritselende populieren, en aan de achterkant stroomt en kabbelt de IJssel, kortom, een paradijsje.
En onder de platanen is het podium opgezet voor de musici en dichters, en in het gras en onder de slingers van rode, blauwe, groene lampjes, de bankjes voor het publiek.
Zien we daar Lieke Marsman al niet met haar dwergpoedel, Martin Knaapen, Frits Grimmelikhuizen, Marten Heijs, Wibo Kosters en Chrisjan van Marissing niet – ze zijn er allemaal. We kopen muntjes, en kunnen beginnen.
Jonas Bruyneel opende het programma. Ik kende hem niet. Ik had vooraf wel op youtube een filmpje van hem gezien, maar wat zegt dat helemaal? Jonas kwam niet alleen. Hij maakte zijn entree met een altvioliste en een klarinet/gitaarspeler, ze waren alle drie in het wit gekleed, en blootvoets. Het zag er zomers uit. Jonas leidde het optreden in: hij ging geen losse gedichten doen, maar verzen uit de bundel Mulhacén.
Jonas zei nog dat de hele bundel in de versvorm de ‘copla’ was geschreven. Een versvorm van vier steeds acht lettergrepige regels. (Toen ik later op de avond een drankje ging halen, hoorde ik een bezoekster zeggen dat ze steeds had meegeteld).
Het verhaal van Federico García Lorca is natuurlijk zeer interessant en ook zeer dramatisch, maar, hier op het terrein van de oude gasfabriek, ging toch mijn aandacht uit naar Jonas Bruyneel (en zijn gezelschap). Want. Jonas deed alles uit zijn hoofd. En niet een paar versjes, een paar bladzijden, maar het volledige half uur lang. Wat een geheugen. En dan kronkelden de weemoedige klanken van de klarinet en viool zich ook nog om zijn woorden tussen de verzen. En die copla had je zo bij de kladden, betoverde je en voerde je mee door die geschiedenis, en liet je pas bij het eind weer los, schudde je wakker uit de bedwelming.
Kom hier maar ‘ns overheen, dacht ik toen het applaus was verstomd na zijn optreden. Ik vond het mooi.
A hard act to follow. En dat bleek.
Lieke Marsman, voormalig Dichter des Vaderlands, mocht lezen na het optreden van Jonas Bruyneel. Haar poedeltje keek vanaf de achterste rij nauwlettend toe wat haar baasje daar zei op het podium. Kon zij niet wat doen, ze zagen toch dat ze hulp nog had omdat de wind met haar haar papier aan de haal ging? Ah, daar schoot de organisatie al te hulp. Ik heb thuis drie bundels van Lieke Marsman, maar ik herkende alleen dat gedicht dat ze op reis gaat door Nederland (met haar dwergpoedel) en dat ze o.a. premier Rutte tegenkomt, nu voor de gelegenheid veranderd in Dick Schoof.
Tijd voor een Friese bries en een andere voormalige Dichter des Vaderlands, Tsead Bruinja. Tsead stond niet in zijn eentje op het podium. Naast hem speelde Arnold de Boer op zijn gitaar zijn klanken om de woorden. De woorden waren Fries, dus je verstaat er geen fuck van, maar in het Fries blijk je dus ook te kunnen dichten over de ellende in Gaza, (dat verstond ik nog wel). En je wiegt zo lekker mee op het ritme, wreed genoeg.
Verder op het grasveld scharrelt een clubje van 6 scholeksters, en naast me zit een dame de hele tijd op haar telefoon. En daar vraagt Marten Heijs mijn balpen te leen: hij heeft een dichtbundeltje van Lieke Marsman gekocht, voor zijn dochter (die kon er vanavond niet bij zijn, want ze loopt mee in de Mars voor Vluchtelingen, maar dat doet er nu niet even toe) er moest gesigneerd. ‘En hier is je pen terug, bedankt.’
Het poëziefestival ZONDVLOED heeft veel gezichten.
Ester Naomi Perquin was de volgende act. Leuk. Ik ben niet onbekend met haar werk, ik heb al haar bundels (dat wil zeggen, van elke uitgave 1 exemplaar, ja ook Lange armen, die voor de politie gedicht is.) En ik heb zelf haar integrale lezing van haar bundel ‘Meervoudig Afwezig’ in het Luxor Theater in Zutphen bijgewoond, dus ja, ik ben een liefhebber van haar poëzie.
Maar. Ik vond haar optreden hier niet geweldig: ze was al 10 minuten bezig, en het was alleen maar inleiding, en ik had nog geen gedicht gehoord. Het was routineus. Jammer.
Ik ging ondertussen even een drankje halen, en liep over de zondoorstoofde houtsnippers, voelde de warmte, hoorde de eksters, en ik dacht: vakantie, ik ben hier op vakantie.
Ik kocht de bundel, 23 euro, van Jonas Bruyneel, hij ging die avond nog terug naar Gent, zei hij. De dichter is altijd onderweg.
De afsluitende act van ZONDVLOED was Sopa Boba, we besloten naar voren te gaan, en op het voorste bankje te genieten.
Sopa Boba is een trio: cello, viool en een toetsen/computer muzikant. Plus natuurlijk de spoken word declameerder met de stapel papier in zijn hand, die allemaal moeten worden voorgelezen. De flyer van ZONDVLOED zegt: de band bewerkte een tekst van de Moldavische schrijfster Nicoleta Esinencu tot een hedendaags elektronisch modern klassiek oratorium, getiteld That Moment.
Dit ironisch en satirisch verhaal over de neerwaartse kapitalistische maatschappij wordt gebracht door een neoklassiek strijkkwartet, ruwe modulaire synthesizers en spoken word-vocalen.
De dichter van de Sopa Boba liet elke gelezen pagina op de grond vallen, daar gingen ze, pagina na pagina. Dat was wel een attractief iets. Maar wat waren het er nog veel. En zo boeiend was en bleef het ook niet. En er was nul contact met het publiek. Ik kon het verhaal ook niet echt volgen. We stonden op en liepen naar de fietsen, het was mooi geweest. (Zie de beginzin van dit stukje).
Maar graag tot de ZONDVLOED van volgend jaar, op hetzelfde terrein. Tot dan.
Foto's Maria Willems
Geen opmerkingen:
Een reactie posten