Wat was dat eigenlijk lekker, Glasgow in de miezer, in de druil, in de fijne motregen en Glasgow in de mist en kou. En dan vanuit het station, zo naar het Grand Central Hotel, bouwjaar 1883, waar we gelijk het tijdperk instappen (we verbleven dus in stijl) waar we geïnteresseerd in zijn: the arts and crafts movement, en de Jugendstil van Charles Rennie Mackintosh, in het bijzonder zijn Glasgow School of Art (al was het alleen maar om de entreepartij). Ik kende het iconische gebouw alleen maar van plaatjes, uit mijn schoolboek kunstgeschiedenis, daar zag ik het gebouw voor het eerst. Dus was ik toch wel een beetje star struck toen ik er uiteindelijk tegenover stond, zwaar en toch licht, machtig en toch elegant. Dit was ‘m dan, ik heb daar een poos gestaan, onder de paraplu waar de regen op tikte. En de foto’s die ik toen van The School of Art zag, waren zwart wit, en dat maakte het gebouw nogal somber, serieus en zwaar. Nu kwam vooral de rust en evenwichtigheid over. Er kwam ook een rust over mij: ik kon ‘m afvinken, ik had het Mackintosh gebouw gezien. Ik hoefde niet naar binnen, de buitenkant was al genoeg. Nu konden we naar een warme pub. Welke werd het ook al weer, was dat The Scottia, de oudste Schotse pub? Was dat raar eigenlijk om voor één gebouw (helemaal correct is dat niet: we namen ook enkele kerken, een begraafplaats en één museum, ook een Mackintosh, mee. En het hotel was natuurlijk al een monument van zichzelf) de Noordzee over te steken? Ik wist het antwoord niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten