Zaterdag 20 januari
Vanochtend moest ik plotseling niesen en was net te laat om mijn hand voor mijn mond te houden. Ik zag de spetters en kloddertjes wegvliegen de kamer in. Gelukkig was ik alleen. Met een stuk keukenpapier veegde ik het slijm van het parket. Een half uur later zag ik nog een klodder langzaam zijn druipgang maken op het ruitje van de kast.
Mijn boekenplanken zijn nog
steeds te vol. Dus af en toe moet ik er even doorheen: wat kan er nou weg? Dit
keer was het een stapeltje vage bloemlezingen plus een boek dat ik ooit kocht
in het Van Abbe Museum. Het was een soort catalogus, van een scholieren kunstproject.
Leerlingen van diverse middelbare scholen mochten hun favoriete kunstwerken uit
het museum op hun pagina zetten en ze moesten zelf een kunstwerk maken dat geïnspireerd
was op die werken. Eén scholiere had drie nogal dramatische tekeningen gekozen.
En haar begeleidende motivatietekst was: Ik heb deze drie gekozen omdat ze me
alle drie aan verdriet doen denken. En aan het voordoen van iets alsof je
verstopt zit achter iets moois. En mijn eigen werk laat zien dat niet alles is
wat het lijkt te zijn.’ Haar eigen werk was een sterk werk, erg creatief, erg
beeldend.
Maar, nu komt het, Maria zocht haar op, op internet, en het eerste
dat bovenkwam was een overlijdensadvertentie. Achteraf zou je kunnen denken: waren
de signalen niet duidelijk genoeg? Had ze haar hart en ziel niet duidelijk op het papier en in het beeld gezet? Maar ja, je kunt ook niet gelijk elke thrillerschrijfster
of horrorfilmscenarist opsluiten.
Het kunstwerk op het Broederenplein (in Deventer, red.) staat nog steeds scheef. De melding hierover aan de gemeente is alweer een maand oud. Er staan hekken om het beeld, geen gezicht.
Op een blaadje krabbelde ik gisteren dat het vest dat ik aanhad, dat ik dat gekocht heb in de Gasthuisstraat in Poperinge. Nee, geen idee waarom ik dat schreef. Het shirt dat ik gisteren droeg, kocht ik bij Sjosz in Zutphen.
Gisteravond waren we bij het concert van Tim Knol in het Burgerweeshuis. Ik heb nog even extra om me heen gekeken, want wie weet, wordt dit nog geschiedenis. De eerste keer dat ik in het Burgerweeshuis kwam, was in 1982, en dat was niet voor een concert. In 1982 waren er op verschillende plekken protesten en blokkades tegen de munitietreinen die door Nederland zouden gaan rijden. Ik ging met een clubje mede-actievoerders uit Hengelo en Enschede mee naar Deventer, daar zouden we wel verder zien. En in Deventer konden we zolang wachten, beramen en smeden in het net gekraakte Burgerweeshuis. Van blokkeren is die dag en nacht niets gekomen. Misschien reed die trein toen niet.
O ja, Tim Knol speelde een bloedstollend mooi versie van Song for you, van Gram Parsons en kletste de liedjes aardig aan mekaar: ‘Ik geef dat internet nog vijf jaar’.
Toergenjev in de krant: De zoete melancholie van Toergenjev. Zijn verhalen hebben een nieuwe vertaling gekregen, vandaar, hup gelijk vier pagina’s. Maar de verhalen heb ik gelezen, in de oude vertaling nog. Aanradertje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten