Marianne, bijna hadden we
elkaar gemist,
waren we elkaar misgelopen op
onze
finale afspraak. Ik dacht, ik
was op tijd,
volgens de uitnodiging werd
ik voor achten
bij je verwacht. Maar bij Yarden
was geen
levende ziel. Stond ik daar
met mijn bloem
verpakt in cellofaan. Wachtend
op jou.
Had ik me dan in dag en datum
vergist?
Langzaam drong het tot me
door, waar was
ik met mij hoofd: we hadden
bij Roelofs
afgesproken. Als ik me zou
haasten,
zou ik het misschien nog
halen.
Net voor achten was ik bij je
in je vertrek.
Ik maakte een verontschuldigend gebaar,
we zeiden niets. Ik
dacht dat je het wel
begrijpen zou. Mijn bloem, die legde ik
aan je voet: een
kracht waarmee je ooit,
misschien, weer
opstaan moet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten