Waarom, of, hoe dan, hoe komt
het dat al die Spoken Word dichters (m/v/alfabet) allemaal hun gedichten op
dezelfde manier voordragen? Ik heb het nu niet over de inhoud, of de vorm, maar
over de voordracht.
Zij spreken, ik luister, en
ik hoor: altijd dezelfde voordracht. Het zijn, om te beginnen, vaak jonge
meiden. En die hebben nog jonge (piep-) stemmen. Ik wou dat ik kon schrijven
dat die het effect hebben van een klaterend fris bergbeekje. Maar dat doe ik
niet. Want dat is niet zo.
Het is net of het genre de
toon bepaalt: ga je een Spoken Word doen? Dan zijn hier de voorwaarden
en instructies, teken maar voor akkoord. Alsof er geen allerindividueelste
expressie van de allerindividueelste emotie meer bestaat. Alles gaat in
dezelfde mal. Alles klinkt hetzelfde.
Daar moet de ademhaling, daar de klemtoon, een
beetje zangerig, maar ook niet te, daar de intonatie, dit woord
rek je uit, daar hou je even tempo in, daar stop je even, daar de
versnelling, en daar ga je met je stem aan het eind van de zin omhoog.
Alweer. Hoorde ik deze net
niet ook al?
En het is niet dat het me dan allemaal niets meer doet, dat er dan niet iets uitspringt dat me raakt (een enkele keer kan het me zelfs wel in vervoering brengen), maar ik heb zo’n moeite met dat standaard maniertje. Daar knap ik zo op af. Ik hoef maar een filmpje aan te klikken van een Spoken Word optreden, en ik hoor het al: daar is het maniertje aan het woord. Die heeft goed opgelet bij haar voorgangsters.
En het is ook allemaal zo serieus. ‘Wie is er nou weer dood’, schrik ik vaak. Maar dan blijkt er niets aan de hand te zijn. Het is het Spoken Word dat ik hoor. En geen gedicht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten