In het hopeloos verouderde,
op-de-nominatie-om-gesloopt-te- worden, en daarom al jaren gesloten overdekte
zwembad ‘De Blauwe’, aan de Noordervaart, heeft Dirkswoudenaar Henk
Rademaker, in Dirkswoud beter bekend als ‘Gekke Henk’, zijn intrek genomen. En
daar opent volgende week zijn tentoonstelling: Collages, gekke en niet
gekke.
Henk Rademaker: ‘De
Dirkswoudenaar heeft niets met waterpretparken. Heeft niets met golfslagen,
heeft niets met duizelingwekkende driedubbele glijbanen, heeft niets met
watervallen en wildwaterbubbels. De Dirkswoudenaar wil gewoon zijn of haar
baantjes trekken: 50 meter vooruit, aantikken, keren, en weer 50 meter vooruit,
en vooruit, voor de jeugd een duikplank. De Blauwe is failliet gegaan
aan al die poespas. Maar nu heb ik er mooi mijn atelier, prachtige tegelwanden en
een prachtige dramatische akoestiek, roep maar ‘ns wat.’
Er was een tijd dat Henk nog
zonder het adjectief ‘gekke’ door de straten van Dirkswoud ging, maar hij
draagt het als een Geuzennaam: ’Ja, ik ben opgenomen geweest, daar doe ik niet
geheimzinnig over. Ik hoorde stemmen, zag overal gevaar, vertrouwde niemand
meer, sprak niet meer en zonderde me af. Ik zag in allerlei zaken tekens. Stond
er een rode auto voor mijn deur, dan deed ik de gordijnen dicht. Hadden de
overburen een kerstkrans aan de deur hangen, dacht ik dat ze me dood wilden. Ik
had amper contact met de buitenwereld toen. En ik verwaarloosde mezelf: ik
douchte niet, at amper, en medicatie vertrouwde ik niet. Drank wel. Dus ik
dronk. Gestaag. En veel.
En de televisie deed ik de
deur uit, want ik dacht dat die straling mij beïnvloedde. En ja, ik had er wel
voor de zekerheid mijn bijl in gezet. En ook in die van de buren. Die schrokken
zich een ongeluk, dus toen kwam er die opname. Ook al dacht ik dus in het begin
dat dat ook allemaal in scene was gezet. Dus ik speelde het maar mee. Man, wat
een ellendige tijd was dat.’
‘Maar ik kreeg daar
structuur, een dagindeling, medicatie, ik sliep eindelijk goed en ik ging naar
creatieve therapie. Ook al dacht ik wel: wat een flauwekul. Beetje kleien en
tekenen. Mij niet gezien. En omdat ik nog steeds een beetje in de contramine
zat, ben ik gaan scheuren, een tijdschrift, hup doormidden, een krant, twee keer
doormidden. Dat lucht op, de boel kapotmaken. ‘Je negatieve energie stroomt er
dan uit’, dat is wat die therapeute zei. Ja, wat een heerlijke onzin vond ik
dat. Dus om verwarring te stichten, dat was in die tijd bij mij niet zo
moeilijk, begon ik al die gescheurde pagina’s weer aan elkaar te plakken met
tape. Maar wel via mijn eigen balorige inzicht van toen dan. Ik deed maar wat,
maar het was wel van mij. Terug kijkend was die therapie wel het keerpunt in
mijn genezingsproces’
‘En toen maakte ik dus collages.
En die maak ik nu nog steeds. Toen maakte ik ze omdat ik gek was, nu maak ik ze
omdat ik kunstenaar ben. Als ik naar die collages uit die periode kijk, dan zie
ik dingen die ik nu niet meer kan maken. Dat was echt ‘Gekke Henk’,
intens werk wel, recht uit het hart, ruw, zonder opsmuk, erg energiek.
Tegenwoordig werk ik wat netter, wat meer vanuit een idee, maar ik weet vaak
ook niet wat het gaat worden. Maar scheuren en plakken ben ik blijven doen. Ik
ben trots op waar ik uitgekomen ben.’
Ben Hoogeboom schreef voor Sargasso, nurksmagazine en voor zichzelf. Hij had het dorp Dirkswoud
bedacht. Hij had de geschiedenis van Dirkswoud bedacht, hij had het
dorp een stratenplan gegeven, een pastoor, markante middenstanders, een
voetbalclub – wat je maar kon bedenken. En dat alles in een
jaloersmakende, puntgave stijl. En ik hield zo van dat dorp. Van de
Noordzijde, de Fourniturenzaak van Nellie Daas. En ik kon er slecht
tegen dat met Ben
ook Dirkswoud zou verdwijnen. Dus af en toe dwaal ik nog even langs de
Noordzijde, de Zuidzijde en breng een bezoek aan de St. Clara Kerk.