Een dichter dicht niet voor
de lol, laten we dat even voorop stellen.
Er is pijn, er is verdriet,
er is een verleden, er waren ouders,
of juist niet, er waren
issues, droge en natte tissues, er waren
vrouwen, trouweloze,
verloren, betreurde, onbereikbare,
er waren verbroken vriendschappen,
er was drank, en tranen
en er was dus pijn, ergens,
er was een ideaal, een toekomst,
er moest iets bevochten,
veroverd of verdedigd. Er moest
teweer gesteld, er moest
teruggekeken, er moest een grafgedicht.
Er moest stelling worden genomen,
er moest duidelijkheid
geschapen en klare taal, of de
woorden konden juist niet
smoezelig genoeg zijn, smerig
& stinkend. Er waren
maatschappelijke zaken die
moesten becommentarieerd,
er hijgde urgentie, er was
noodzaak, er was een brandend
vuur en eeuwig geldgebrek. Er
moest besproken, geformuleerd.
De punten moesten op de i geslagen
worden, dat het daverde.
De was en de afwas konden wel
wachten, stofzuigen kon
wel later, bezoek aan je moeder
stelde je uit,
eerst moest er doorgehaald,
doorgekrast en verbeterd.
Je was de koning van je A4, je
pen was je scepter, je heerste
over woorden, althans, de
volgorde ervan, je schoof, je wiste.
Verbeten en streng moest je
zijn, darlings vlogen eruit, er was
geen tijd en ruimte voor
kleinzieligheid, groots moest het zijn.
Aan het eind wachtte er een
gedicht op je, het is van jou.
Maar waarom zie ik nu geen
blij gezicht?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten