woensdag 3 december 2014

Man alleen

Hij zat op de driezitsbank. De plek naast hem was leeg,
en vertoonde een slijtplek. Hij keek verwezen naar de boekenkast.
Meer dan de helft van de boeken kende hij niet,
had hij nooit gelezen. Voor hem op de tafel stond een asbak.
En hij rookte niet eens. De schemerlamp naast hem
brandde niet. En dan die schilderijen: het hertje van
Van Vermeegeren en het huilende zigeunerjongetje.
Dit was hoe het vroeger was, toen het nog goed was.
Hij keek naar het kopje, het was leeg. Het andere kopje ook.
Hij keek naar de televisie maar vond de afstandsbediening niet.
Moe was hij. En alleen. De bank was versleten
en zat niet lekker, had hij al gelijk gevonden.
Hij rilde, hij had zijn jas nog steeds aan. 

Hij zat op de driezitsbank en wilde z'n schoenen uittrekken,
en die krant lezen. Maar die was een week oud.
De plek naast hem was leeg. Hij miste haar,
daar zou zij moeten zitten, naast hem.
Mensen liepen voorbij, rakelings langs zijn bank.
Ze praatten alsof hij er niet was.
Verderop zag hij de kledingrekken en de fietsen staan,
en de eindeloze schappen met glaswerk en serviesgoed.
Hij voelde ineens het label, aan de bank bevestigd:
Week 47, kringloopwinkel Het Goed, 75 euro.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten