Je hoofd
was in de wolken en je had een hart dat over liep.
De rivier
stroomde snel en donker, je wist dat ze nooit sliep.
Dat werd de
lange route over de brug, voor je werd vermist.
Je liep en
dacht aan allerlei, maar toch vooral aan haar,
Haar naam,
haar mond, aan wat ze had gezegd, haar motoriek
Je at niet
meer, je sliep slecht, van verliefdheid was je ziek.
Je had
koorts, je ijlde, het is haar of anders niks, vandaar.
Van de
grootste liefde komt uiteindelijk de grootste pijn
Zij krijgt
genoeg van jou en jij stalkt haar dag en nacht.
Je hart
krimpt samen, dit is niet wat je had verwacht.
Je hebt de
pont gemist, je stapt van de brug zo in de Rijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten