donderdag 17 april 2014

De schizofreen

Daar fietst Jezus in de ochtendschemer door de stad.
Zigzaggend door de winkelstraten, van afvalbak naar
afvalbak. Op zoek naar de flessen met statiegeld erop.
Later zit hij op een bankje bij de rotonde,
om kwart voor zeven 's ochtends.
Met zijn ziel als enige gezelschap.
Gezelschap zoekt hij niet. Verwacht 
geen groet of oogcontact.
En dan loopt hij, (waar is zijn fiets?)
dun als hij is, op zijn benen als stelten,
zwijgend door zijn wereld: de binnenstad,
en door zijn binnenwereld.
Heeft een gitaar, die ontbeert wat snaren,
neemt 'm mee tijdens zijn zwerven.
Houdt de klankkast tegen een putdeksel,
op zoek naar onderaardse resonantie.
Jarenlang gebruik van medicatie,
laat zo z'n sporen na. Hij doet
zijn passen behoedzaam, en lijkt met
zijn armen te zoeken naar een evenwicht.
Het is een vreemde motoriek.
Later is hij te vinden aan de IJssel,
de wind waait zijn haar en baard
voor zijn gezicht. Hij ziet eruit
als een wuivende waterplant.
Zijn kleding past hem nu al jaren.
Zijn blik kijkt ver weg en langs je heen
alsof hij weet en heeft gezien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten