zijn zoon aan het bureau.
Buiten is
het nog donker, ze zijn
samen in
het lamplicht gevangen.
Ze wachten de
dag af,
de dingen die
gaan komen,
de klanten die
gaan komen.
Het
reisbureau was van hem.
Ze zitten
achterin, achter de kasten
met de
brochures van een vorig seizoen.
De affiches
aan de muur, ze raken vergeeld.
Link staat
er een houten olifant. En daar
rechts staat
een vliegtuigschaalmodel.
Er moeten
dingen besproken,
vader-zoon
dingen, reiszaken
vroege
ochtendzaken, wereldzaken.
de toestand
in de wereld - er is
tijd
genoeg. Een affiche met
daarop de
Akropolis krult om.
Weet hij
zich met de tijd geen raad?
Ontloopt
hij hier zijn vrouw? Wordt hij
nog steeds
gevraagd om wijze raad?
Of wordt
hij hier enkel nog geduld als symbool,
van een
voorbije tijd. Is hij slechts decor tussen
de houten
olifant en het vliegtuigschaalmodel?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten