zaterdag 1 maart 2014

Reisbureau

Elke ochtend zit hij daar tegenover 
zijn zoon aan het bureau.
Buiten is het nog donker, ze zijn
samen in het lamplicht gevangen.
Ze wachten de dag af,
de dingen die gaan komen,
de klanten die gaan komen.
Het reisbureau was van hem. 

Ze zitten achterin, achter de kasten
met de brochures van een vorig seizoen.
De affiches aan de muur, ze raken vergeeld.
Link staat er een houten olifant. En daar
rechts staat een vliegtuigschaalmodel.

Er moeten dingen besproken,
vader-zoon dingen, reiszaken
vroege ochtendzaken, wereldzaken.
de toestand in de wereld - er is
tijd genoeg. Een affiche met
daarop de Akropolis krult om. 

Weet hij zich met de tijd geen raad?
Ontloopt hij hier zijn vrouw? Wordt hij
nog steeds gevraagd om wijze raad?
Of wordt hij hier enkel nog geduld als symbool,
van een voorbije tijd. Is hij slechts decor tussen
de houten olifant en het vliegtuigschaalmodel?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten