Mijn blog is, ik kan dat zien, de afgelopen week verschillende malen bezocht door chatgpt. Ik kan dat zien: wie heeft er wat bezocht en welk item of gedicht bekeken, of wie weet, gelezen. Dat ‘wie’ is wat ruim natuurlijk, ik zie er geen namen bij, maar als een bedrijf langskomt, of een site, dan is dat wel zichtbaar. Ik kan ook zien waar de bezoekers van de site vandaan komen: dag België, Duitsland en Noorwegen, welkom, lees ze. Maar er zijn ook regelmatig veel bezoekers uit Singapore, Zuid- Korea, Hongkong, China en Amerika. En ik vroeg me al af of daar nou zoveel poëzie liefhebbers wonen. Onwaarschijnlijk immers, toch? En het blijken dus botjes te zijn die mijn blog bezocht hebben, bestudeerd hebben, geanalyseerd hebben en er misschien wat van meegenomen, opgestoken hebben, ge-datamined hebben, gok ik.
Maar ik weet wie of wat chatgpt is, tenminste, een beetje. En ik denk te weten waar dat in de toekomst naar toe gaat. En ik ben niet onnozel, dus ik weet dat mijn teksten nu een inspiratiebron van chatgp zijn waar meneer dan af en toe uit put. Of zo. Als tie in een gekke bui is, effe een stukkie michielvanhunenstijn, da’s wel lachen.
Maar ik vind het eigenlijk wel een geruststellende gedachte dat mijn teksten nu onderdeel uitmaken van een groot geheel, van het grote geheel. Dat ze nu opgenomen zijn in het menu waaruit gekozen en genomen kan worden.
Stof zijn mijn woorden, en tot stof zullen ze worden – bij leven al.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten