We reden in optocht
En onze moeder reed voorop
Op onze auto’s zaten
vlaggetjes
En
we hadden onze nette kleren aan
Er
waren bloemen, toespraken, muziek
En
onze moeder was het middelpunt
Er
waren hapjes, drankjes, vrienden
En
mam was het onderwerp van gesprek
We
zeiden gedag tegen onze moeder
We
haalden de vlaggetjes van de auto’s.
[dat slot kan sterker]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten