zondag 19 januari 2025

Weekendje Ambassade Hotel, Amsterdam

We waren een weekend in Amsterdam geweest
Het hotel was luxe, de wc had een draaikolk.
De sensor sprong ’s nachts aan zodra je je bewoog.
De kunst in je kamer was van Appel en Wolvecamp.

Op De Dam een evangelist met een geluidsbox,
Christus dit, en Christus dat en Christus aan het kruis.
Verder, de laatste Palestina demonstranten,
En een zanger met een grap: ‘Hallo Doetinchem.’

Je broodje dat je had als lunch, was koud, ijskoud.
In de galerie was iedereen in zwart gekleed
Er waren honderd zelfportretten te zien
De schilder was er ook, dat maakte honderd één.

’s Avonds werd je verwacht bij de Libanees,
Beyrouth. Het eten was heerlijk, (het interieur
versleten). ‘Johannes van Dam nam altijd
zijn eigen bestek mee', vertelde de eigenaar.

Met de receptionist alsmede de barman
in het hotel, sprak je Engels. Er werd geschaakt.
Op de gracht wurmde je je om Tiktok-rijen,
maar aan de wietwalm viel niet te ontkomen.

Je wist waarvoor je kwam: poëzie bij Perdu
(die maffe glossy van Obe Obema).
En De Slegte voor Jaap Blonk, met ceedee,
En Jos Versteegen, bij Kok, Oude Hooghstraat,

Voor een etui gingen wij naar Van der Linde
Rozengracht, zonder water, en ook zonder etui.
We liepen alle gangen, we zagen alle vakken
we vertrokken met schetsboek en gellyplate.

De misdaad in de grootstad was een fatbike
die je tegenkwam, aan de rand van de gracht,
leeggeplukt, je zag snoertjes zonder einde.
Een Golfje verderop gaf brullend gas.

Je wandelde, je hoorde de tring van de tram
Hoe heette dit eigenlijk, dit punt waar je was?
Je keek omhoog: Mozes enAäronstraat,
je wist gelijk: je moeder laat van zich horen.

 


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten