donderdag 3 oktober 2024

Dreigmail van M.

Dit is… laten we hem M.noemen

M. is een gewone jongen, hij ziet eruit als een jongen die je tegen zou kunnen komen op zaterdag in de winkelstraat, doorsnee, die je voorbijgaat in de supermarkt, de puber die je op straat passeert op zijn fatbike. Maar je onthoudt hem niet, je weet niet hoe hij heet, of waar hij woont en wat hij doet en denkt. Daar verdwijnt hij al uit beeld.

M. zit thuis veel op zijn kamer, alleen. Hij besteedt zijn tijd dan niet aan huiswerk voor school. Op school voelt hij zich niet thuis. In deze stad voelt hij zich niet thuis, hij voelt zich niet thuis in deze tijd, hij voelt zich thuis achter zijn pc: koptelefoon op, veilig in zijn eigen wereld. Er gebeurt van alles in de wereld, in het Midden-Oosten. er zijn visies, standpunten en er zijn vooral veel filmpjes. M. weet feilloos de weg in die beeldenstorm, keer op keer. Hij ziet het. De wereld, (zijn school, zijn stad) om hem heen ziet dat niet. M. kijkt filmpjes op zijn mobiel: daar is het, niet hier. Hier is het fout. Er is een Paradijs waar het goed is.

M. heeft geen vriendin. Hij heeft niemand. Hij is alleen.
Er broeit van alles in M.

En ineens heeft M. het: er wordt iets van hem verwacht, er is een drang,  hij moet zijn bijdrage leveren. Hij moet ook een daad stellen, hier, en niet in het Midden-Oosten. Dat al die ongelovigen hun lesje leren. En ineens had M. het: de school. Hij zou zijn macht, zijn dreiging, zijn haat richten op zijn school. Hij had daar filmpjes genoeg van gezien: die macht, de paniek en de angst – en het bloed.

Hij zou daar gaan rondschieten met een automatisch geweer – op iedereen.

M.’s ademhaling stokte even. Zou hij, kon hij? M. de Wreker. Dan zou hij het Nieuws bepalen, dan zou hij op de voorpagina staan. Hij rilde even.

Maar eerst moest hij natuurlijk een, hoe heette dat ook alweer, een ultimatum sturen. Een dreigbrief. Iets om angst aan te jagen. Dat er met hem niet te spotten valt. Dat ze weten met zie ze te maken hebben, dat ze weten wie er de baas is, hier, achter deze pc. Dat hij vanaf hier, de Moslims daar, zou wreken.

M. schrijft zijn dreigmail:

Morgen of overmorgen zal ik een schietpartij plegen
Ik zal iedereen doden zonder genade en niemand sparen
Iedereen gaat eraan dit is al maanden lang gepland
En dit zult de laatste waarschuwing zijn
De motief zullen jullie nooit achterhalen.

Morgen of overmorgen’. M. is er nog niet helemaal uit. Morgen zou hij eigenlijk in de groentewinkel van zijn oom staan. Vanaf overmorgen was zijn wereld helemaal leeg.

Maar eerst die mail. Moest er nou een, hoe heet het, spatie, tussen maanden en lang? ‘Zult’. O, Nederlands was niet je goedste vak. Was zult nou met dt? M. wist het niet, laat maar staan dan. ‘De motief’, o shit, dit was de volgende, het was toch ook ‘de meisje’?  Nou, dan kon hij dit laten staan, anders konden ze mooi de kk krijgen. Wat een fucking land was dit ook met dat fucking taaltje van hun. Jij bent de baas, jij hebt de vinger aan de trekker, morgen ben jij de fuckin’ Zodiac, als je door die gangen en lokalen loopt, wollah, broer, ik zweer.

En dan denkt M.: wat als ik alles in Capslock zet? En wat als ik achter elke zin een uitroepteken plaats? Voor extra mega dreigende indruk?

Tot slot plukt M. een plaatje van een vlag en een foto van een machinegeweer van het internet en plakt die bij zijn e-mail, kijkt naar boven, kruist zijn vingers, en klikt op send.

 

(In dit specifieke geval, bleek achteraf dat het e-mailaccount van een scholier gehackt was).

 

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten