begin dertig. Zorgtypes, verplegenden, hulpen,
helpenden.
En allemaal
bezig met kinderen. Hoeveel ze d'r hadden.
En als ze
ze nog niet hadden, wat er gewenst was.
In de pauze
zat je met je koffie in die roezemoes
van
kindergesprekken; hoeveel, wanneer, jongen, meisje,
maakt niet
uit. En er was er altijd wel een ziek, kroep,
pseudokroep,
griep, kots of koorts.
En dan had
die ander d'r kind het ook, want het heerste,
het heerste
altijd. Of iets met kinderkleren. Of dat ze iets niet,
of iets
juist wel wilden eten. En ze groeiden. Of juist niet.
Of ze
hadden iets gezegd. Nou ja!
En dan was
er weer een voorval, dat moest besproken.
Kinderen
vulden moeiteloos alle conversatieruimte op.
En dan
hadden ze ook altijd een huis waaraan of
waarin iets
moest gebeuren. De keuken of de badkamer.
Ging het
pauzes lang over de tegeltjes bij de wastafel.
En wat er
op de grond moest, en voor het raam.
De hele
kleurenwaaier werd moeiteloos opgesomd
en
doorgenomen, inclusief de combinaties.
Nee,die pauzes daar, dat was hard werken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten