zondag 19 april 2015

Het Observatorium bij Keizersrande - een recensie als het ware

Stichting Keizersrande, bestaande uit Jaap Starkenburg van Stichting IJssellandschap, Mieke Conijn, bekend van o.a. het Kunstenlab en boerin Annnette Harberink, vonden dat de oude ruïne aan de Hoevelmansweg in de uiterwaarden van Deventer wel een make-over kon gebruiken. Zoals tie was, dat kon niet meer. De ruïne moest gepimpt met een kunstwerk. Beeldend kunstenaar Krijn de Koning werd aangetrokken om het kunstwerk te maken. Het kunstwerk, Observatorium genaamd, staat er al een tijdje, maar er is nog geen recensie over. Nou, het was mooi weer, dus dat wilden wij wel doen, op naar de Hoevelmansweg.

Vlak bij het kunstwerk staat een verklarend bordje over het Observatorium. Interessant, wat staat er eigenlijk? Er staat dat: De kunstenaar er voor heeft gekozen om de ruïne te behouden (onthoud die zin...), om de ruïne als het ware in te lijsten en zo een ode aan de steenfabriek te brengen.'

Klinkt mooi, inlijsten, (als het ware) een ode brengen. Maar hoe ziet dat eruit? Nou, daar kan Krijn de Koning heel kort over zijn: beton. Groen geverfd beton. En daar heel veel van. Dat is toch best even schrikken als je richting de ruïne loopt. De ruïne van de steenfabriek wordt nogal lomp overheerst door buitenproportioneel grote betonkozijnen, zes stuks. Beton bij een steenfabriek. Je moet er maar opkomen. Volgens de uitleg op het bordje zijn dit: doorkijkjes die de blik op een bijzondere manier sturen richting het landschap. Kaders van beton. Je komt wel 'ns kaders tegen bij toeristische punten: maak hier uw foto. Ik heb in het kader van deze recensie alle kaders getest of mijn blik op een bijzonder wijze het landschap ingestuurd werd. Er zijn zes kaders. En omdat elk kader van twee kanten benaderd kan worden, zijn het er eigenlijk 12. Het testen leverde helaas teleurstellende resultaten op. Het lijkt er wel op of de kaders lukraak geplaatst zijn. Er is een kader dat uitkijkt op een blinde muur. Bij een ander kader is het weer onmogelijk om voldoende afstand te nemen, de kaders zijn veel te groot. Bij een ander kader kijk je pal naar de molen aan de overkant van de IJssel. En er is een kader dat pal voor een muur is geplaatst, nutteloos qua beloofd bijzonder doorkijkje. Die belofte wordt dus niet nagekomen. Waar zou dat bijzondere sturende in zitten? Wie heeft die kaders nodig? Het leukste kader, als er toch een kader moet zijn, zit natuurlijk in de steenfabriek zelf: het oude raampje. En dat raampje is ook niet zo'n overheersende dwingeland van groen beton. Enfin, voor zoveel beton heeft het kunstwerk toch een erg povere zeggingskracht, beetje veel van hetzelfde. Voor elegantie en subtiliteit moet je niet bij Stichting IJssellandschap en Stichting Keizersrande zijn, dat is duidelijk.
En dan, tot slot, is er nog een groen rond uitzichtpunt. Merkwaardig genoeg kun je vanaf daar de IJssel niet zien, wacht, links, een heel klein flintertje IJssel. Dan zien ze dat in Fortmond toch beter.

Het informatiebordje meldt nog: de kunstenaar heeft ervoor gekozen om de ruïne intact te laten. Zullen we hier 'ns even naar kijken? het was dus een keuze van de kunstenaar dat die ruïne niet plat is gegaan. Dat staat er. Maar dat is onzin. Het was natuurlijk nooit de bedoeling geweest om dat ding verder te slopen. Dat de kunstenaar wakker werd en dacht: nee, ik laat 'm toch staan. Helaas is door de plaatsing van het lompe rotonde-kunstwerk bij de ruïne het verval daar in hoog tempo ingezet. Je kon erop wachten. De eerste muren liggen al om. De overgebleven muren worden nu gestut, lelijk gezicht. Het is natuurlijk ook er naïef van stichting Keizersrande om zo'n kwetsbaar object (alles van waarde is weerloos), te gebruiken als plek voor een kunstwerk, de elementen hebben hier nu vrij spel immers.

Nog even naar het informatiebordje: de kaders contrasteren met de vergankelijkheid van de ruïne. Ja, dat is nu is wel duidelijk. Dankzij de kaders is er over een poosje waarschijnlijk geen ruïne meer. Blijven we met die intimiderende kaders opgescheept. Met die lompe ode van gifgroen beton. De enige ode die hier geklonken heeft, is de ode van de betonmolen geweest. Op de plek waar eens stenen werden gebakken, bakt men hier nu warme lucht.
Voordat dat kunstwerk was geplaatst, had je op deze plek het gevoel 'buiten' te zijn. Nu is die plek bij de stad getrokken. Een van de hoofddoelen van stichting Keizersrande is activiteiten te ontwikkelen die de afstand tussen stad en platteland verkleinen. Felicitaties zouden op hun plek zijn, het is hen immers gelukt. Helaas met desastreus resultaat. Er was dan ook totaal geen behoefte of noodzaak om deze uiterwaard op te leuken en te vertrutten.

Dus, samengevat, het plaatsen van het kunstwerk Observatorium (wat een aanstellerige naam trouwens), bij een ruïne in de uiterwaarden is geen goed idee. En het bijbehorende bordje met fantasie-informatie krijgt ook geen sterren in deze recensie. Wel moet nog gezegd dat we zelden een gaver voorbeeld van 'de nieuwe kleren van de keizer' hebben gezien dan hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten