vrijdag 28 maart 2025

Vandaag fietste ik naar huis met een exemplaar van De Parelduiker

 

 

Vandaag fietste ik naar huis met een exemplaar van De Parelduiker, kosten 17,50 euro. Wel een beetje veel voor een tijdschrift van 96 bladzijden – waarvan het mij alleen maar ging om de 12 bladzijden die daarin aan Anton Valens zijn gewijd. Twaalf bladzijden, plus de cover, want daar prijkt een zelfportret van Anton Valens, hij heeft zichzelf goed getroffen in de verf en in de streken. Zo blijft hij nog voortbestaan.

Eergisteren dacht ik nog,17,50 euro uitgeven aan een tijdschrift omdat er een artikel over Anton Valens in staat, moet ik dat wel doen? Laat ik er nog een nachtje over slapen, geen impuls aankoop doen. Maar ja, je bent fan, dus de aantrekkingskracht van dat onbekende materiaal bleek sterker dan mijn ratio.

Ach, Anton Valens. Wat heb ik van zijn boeken, zijn oeuvre genoten: Het boek Ont, Meester in de hygiëne, Vis, Het compostcirculatieplan, Een wagon vol duivels, Chalet 152, en Een kniebuiging voor de ezel, dat boek dat ik in december op mijn verjaardag kreeg. En wat eeuwig tragisch dat hij zo vroeg stierf.

Maar wat een fijne, ruwe fragmenten heeft redacteur Johannes van der Sluis gevonden in al die USB sticks van Valens, met zoals hij schrijft: Valens had een oog voor het alledaagse, het banale.

Chantal & Nathalie, oma Nip, die per se gearmd met me wilde lopen, en ik parkeerden voor cafetaria De Sportvriend, net over de brug links. Aan de overzijde van het Hoendiep de gigantische, zachtgele silo’s van suikerfabriek Vierverlaten. Aan de andere kant bakstenen middenstanderswoningen, een barbier, een trimsalon voor honden. Langs de vaart verhief zich de niet al te hoge of architectonisch interessante kerktoren. De Sportvriend, middelpunt van de hangjeugd, was jarenlang de plek van Wieger. Momenteel is hij werkzaam in een armoedige rubberfabriek. De sfeer daar, onder de rook van Vierverlaten, schijnt klote te zijn: de daken van de loodsen lekken, machines zijn oud en stuk, zeer eentonig werk onder beroerde omstandigheden, etc. En dan was er collega Slenderbroek. Deze knakker had tot voor kort de ergeniswekkende gewoonte om pal voor schafttijd uitgebreid naar het schijthuis te gaan en een flinke streep in de pot achter te laten. De wc grensde aan de krappe kantine. Bij het kakken produceerde Slenderbroek veel stankoverlast. Collega-rubbersnijder Hulzebus was op een dag zo kwaad geworden dat hij de complete wc aan gort heeft geschopt. Fonteintje, bril, wc-rol-ophanger, spiegel, tegels met leuk patroon, de wc-pot zelf, de afvoerpijp, de stortbak – Hulzebus had het hele zooitje in puin geramd terwijl de anderen zwijgend kauwend toezagen.

 Ik hoop dat dit nog tot een publicatie leidt, ik kijk ernaar uit.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten