zondag 23 maart 2025

Kennismaking met Mona Hatoum


De ober van ‘t Kannetje stonk uit zijn mond. Goeie genade. We waren op weg naar Kunsthal Kade, maar wilden eerst lunchen aan de voet van de imponerende Onze Lieve Vrouwe Toren. We waren in Amersfoort. Maar hoe kwam ik daar nou weer? Dat komt door de Boekenweek.

Laat ik bij het begin beginnen. Het Boekenweekgeschenk, dit jaar De Krater van Gerwin van der Werf, kon je vroeger als treinkaartje gebruiken, je liet het zien aan de conducteur, en het was okay. Nu kon je met De Krater een museum binnen. En min of meer toevallig was de keuze gevallen op Kunsthal Kade waar een tentoonstelling was van Mona Hatoum.

Mona Hatoum, ik kende haar niet*, is geboren in Libanon in 1952, als dochter van Palestijnse ballingen, en woont sinds 1975 in Londen. En ze maakt bijzonder mooi en interessant werk. En dat werk is nog te zien tot vier mei 2025, ik vermeld het maar.

Mona Hatoum is een bijzonder veelzijdig kunstenares. Ze maakt sculpturen van metaal, ze maakt objecten van steen en cement. Ze creëert kunstwerken van huishoudelijke artikelen, ze heeft verstand van techniek: ze zet voorwerpen onder stroom. Ze brandt de stadsplattegrond van Beiroet in calqueerpapier, ze bouwt een machine die perfecte cirkels in het zand trekt, (en diezelfde machine egaliseert daarna de boel ook weer perfect, ik werd helemaal Zen door dat proces keer na keer te zien), ze knipt bloemen uit het metaal van oliedrums, ze maakt een geestige foto van zichzelf met een plastic speelgoed soldaatje op haar neus, en ze vult ook de hele Elleboogkerk met een fragiel en imposant kunstwerk, Web, maar de meeste indruk maakte een video van een performance van haar.

De video, de performance, die ik zag heeft vast een naam,maar die weet ik niet. Zal ik maar beschrijven wat ik zag? Mona Hatoum was voor deze performance, gekleed in een overall. En ze droeg een kap over haar hoofd, een soort sok. De setting was een klein zaaltje, de vloer en wand bedekt met plastic en kranten. Met ongeveer 20 aanwezigen. Enfin. Mona Hatoum tijgerde over de kranten naar voren, waar een emmer stond met rode verf. Uit een opgevouwen krant haalde ze borstels waarmee ze de verf, die op bloed leek, uitsmeerde over de vloer. En zelf zat ze ook helemaal onder. Het was geen vrijblijvend iets, deze performance, de kunstenaar wierp zichzelf er vol in. En dit was nog maar het begin. Uit een andere opgevouwen krant haalde Mona Hatoum een groot keukenmes tevoorschijn, waarmee ze gaten wilde snijden in de sok om haar hoofd. Ze begon bij de ogen. Het was doodeng om te zien. Ze prikte, ze sneed. Daarna gleed het mes richting haar mond, om daar te snijden in de stof. De bloedverf glinsterde. Ik rilde.

Mona Hatoum wist, gelukkig, wat ze deed, want de hoofdbedekking ging af, en haar gezicht was ongeschonden. Ze ging opnieuw naar de grond, en rolde en tijgerde weer door de rode verf. Ze wurmde haar blote voet in een strop, en schilderde daarmee de wand: de vergelijking met een lijdende Christus was niet ver.

Maar. We zijn er nog niet. Mona schoof een tafel op het podium, en dekte die met 12 aardewerk borden. Daarna tastte ze met haar hand in haar overall, ze trok er stukken runderlever (of waren het nieren?) uit tevoorschijn – die stukken orgaanvlees (het moeten toch enkele kilo’s zijn geweest)  hadden dus al die hele performance lang, om haar middel gezeten. (Dit was ook het punt dat een bezoeker naast mij, abrupt opstond, en het zaaltje verliet, haha). En met haar keukenmes verdeelde ze de bloederige stukken over de borden, liep het publiek in, en overhandigde de borden met orgaanvlees.

Waar dit nou over ging, en wat dit nou te beteken had, ik zou het niet kunnen zeggen. Maar wat een performance, en wat een kunstenares

 

* Bij wat rondneuzen op internet, bleek ik Mona Hatoum wel te kennen: ik heb haar werk gezien op de Documenta 11 in Kassel in 2002, sorry Mona.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten