Tot alles in beweging komt, van Ester Naomi Perquin, aanradertje.
vrijdag 26 december 2025
Strafwerk
Toen ik een keer strafwerk had, moet nablijven, vijfde klas was dat, lagere school, verbleef ik die middag in een leeg lokaal. De klas en de meester waren naar gym, gok ik nu, een gebouw een heel eind vererop.
En ik zat daar, wegens obstinaat gedag of onuitstaanbaarheid, ja dat was ik toen, dat had ik soms. Maar nu zat ik daar, in m’n eentje in dat lege lokaal. En dat strafwerk, dat had ik al af, zoveel moeite was dat niet. Dus, wat nu? Waar kon ik nu mijn tijd mee vullen? Ik zag de kast waarin de meester het boek altijd bewaarde waar hij de klas uit voorlas, aan het eind van de dag, het mooiste moment van de dag, vond ik.
Ik opende de kast, en pakte het boek eruit en nam het mee naar mijn tafeltje. Hier was de boekenlegger, hier was de meester verleden keer gebleven. En ik begon te lezen. Ik las die middag dat boek helemaal uit. Ah, hij had het gedaan, en dat was haar rol. En dit had de lezer nooit kunnen vermoeden. Nu wist ik de afloop, het einde.
Ik zette het boek terug in de kast. Over een kwartier zou de klas en de meester weer terug komen, ik las toen al net zo snel als nu. Maar eigenlijk denk ik dat ik me toen zelf nog een keer straf had bezorgd: de voorleesmomenten in de klas had ik voor mezelf helemaal om zeep geholpen..
maandag 22 december 2025
Chinchilla’s en een kameel
Had ik al eens verteld over dat we vroeger haast een kameel hadden gehad, nee? Mijn vader had vroeger een beetje een bijzondere hobby: hij fokte Chinchilla’s.
Chinchillas zijn kleine knaagdieren, konijntjes, cavia’s met een superzachte vacht. En dat is dan ook de reden dat ze gefokt worden: voor hun pels, voor hun bont.
Als ze groot zijn kan hun vacht eraf gestroopt, en daar kun je dan weer aardige, dure, tweedehands mantels van maken. Voor het eraf stropen, moeten die lieve beestjes die je zo lekker kunt aaien, zo zacht als fluweel, wel eerst dood natuurlijk, anders is het villen het te pijnlijk.
(Alhoewel, ik heb wel ‘ns filmpjes gezien op internet uit China, waar pelsdieren levend gevild worden. Ik ga er niet nog een keer naar kijken, en ik doe hier maar ook geen linkje, want het is te wreed voor woorden).
Ik denk trouwens dat mijn vader het doel van het fokken voor ons onbekend hield, dat zou wel ‘ns te hard kunnen landen in een kinderziel immers.
Enfin, mijn vader hield dus een aantal Chinchilla’s in gazen kooien, wij hielpen wel met het verversen van de flesjes water en het eten geven natuurlijk. Knaagdieren eten zo gezellig met hun snuitje en pootjes.
Maar. Hij stopte op een gegeven moment met het fokken. Waarom weet ik niet. Er kwam een advertentie: Chinchilla’s te koop, plus kooien. Nu was het wachten op reacties.
En die kwamen. Tijdens het avondeten, toen we allemaal aan tafel zaten, zei mijn vader dat er iemand had gebeld die had gevraagd of de Chinchilla’s ook geruild konden worden – tegen een kameel. Wij zagen het al helemaal voor ons: een kameel, van ons. Ja, gaaf, daar kon je tussen die bulten heerlijke ritjes op maken in het dorp, de straat uit, misschien kon de kameel wel mee naar school, juichten we.
De Chinchilla’s zijn uiteindelijk gewoon, met hun kooien verkocht. De kameel hebben we nooit gezien. Toch moet ik er nog wel ‘ns aan denken, aan die kameel in onze achtertuin.
zaterdag 20 december 2025
Vandaag heb ik een typemachine gekocht
Vandaag heb ik een typemachine
gekocht
Olympia
SPLENDID 33
Zonder koffertje, maar verder
in goede staat.
Alle hamertjes werken nog,
en haken niet in mekaar
(en weten de juiste woorden te vinden)
en het lint drukt nog goed af
en dat voor een tientje.
Als dat geen gedichten gaat opleveren...
donderdag 18 december 2025
Sigaret
De verkoper van de VAPE shop
stond toen er geen klanten
waren
even lekker buiten voor
zijn winkel
gewoon een sigaret te roken.
zondag 14 december 2025
Resort van Martin Parr in de brievenbus
Gisteren lag tie op de mat, het pakketje dat ik besteld had: het fotoboek van Martin Parr Resort, photographs of New Brighton.
Vijfenzeventig euro heb ik ervoor betaald (inclusief verzending), een hoop geld voor een relatief dun fotoboek, maar ik ben er erg blij mee. (Bovendien: als ik het perse goedkoper had willen aanschaffen, dan had ik wel ‘ns wat eerder in actie mogen komen, voor de dood van Martin Parr).
Maar wat een mooi boek is dit. Elke plaat schittert je tegemoet. Martin flitste. Hij verstopte zich niet als fotograaf, hij was geen vlieg aan de muur, hij was de fotograaf in de kamer. Hij was de fotograaf op het strand, op de boulevard, in de snackbar. Hoe deed hij dat, dat hij daar gewoon kon fotograferen, flitsen, kwam hij zo vertrouwenwekkend over? Of was men daar in New Brighton gewoon heel relaxed?
Het was lastig om een keuze te maken, maar het is bovenstaande foto geworden, vanwege de tragiek, de rommel, het licht, de compositie, de vergeefsheid – en ondanks dat, de overrompelende schoonheid.
zaterdag 13 december 2025
So long Marianne - op de fiets
Laatst fietste ik van Arnhem naar Deventer, en had muziek op mijn oren. Ja, ik weet het, als je over de Veluwe fietst, over de heidevlaktes kijkt, het geruis van de krakende schelpjes onder je banden hoort, de stilte haast voelt, dan is het haast een daad van arrogantie om te fietsen met oortjes in. Heb je niet genoeg aan de natuur, gast, moet er weer iets meer bij?
Nee, helemaal gelijk, klopt. Maar, ik heb deze route zo vaak gefietst, in beide richtingen, dus ik dacht, een keer met oortjes op, dat moet kunnen. Dus daar zoefde ik, met Leonard’s Cohen So long Marianne.
Gaaf, waar kwam die ineens vandaan? Dat nummer had ik in geen, wat zal het zijn, een jaar of veertig gehoord? Maar ik kende het wel. Ik kende het zelf goed, want de elpee waar dit nummer op staat, die stond vroeger in het huis van mijn ouders. Was die plaat met die lichtgele hoes door mijn vader of mijn moeder het huis binnen gekomen, of was tie door mijn zus gekocht? Ik weet het niet. Ik kon het zo meezingen in ieder geval, ik kende de tekst nog. Dus ik zingzegde met Cohen mee, toch geen mens te zien. Wie weet hield ik zo ook wel een wolf op afstand.
Ik had So long Marianne dus lang niet gehoord, en wat viel met het eerste op? Dat de dames van het achtergrondkoortje zo schril en schetterend schel zingen, verschrikkelijk eigenlijk, ik schrok er van – of eigenlijk moest ik er om grinniken: dit vond men vroeger dus goed, wat een bleke uh, soul.
En ik had ineens de associatie met Armand, zo zong Armand ook, op deze manier. Dat ik dat vroeger nooit zo hoorde. Armand moet deze plaat ook beluisterd hebben, kan niet anders.
En dan is er de tekst. Die hoor ik natuurlijk ook, want Leonard Cohen is behalve singer-songwriter, bard, ook dichter. Meneer kiest en plaatst zijn woorden
I forget to pray for the
angels.
And then the angels forget
to pray for me
Die trof me wel, ik vergat er haast door te schakelen toen het fietspad omhoog ging. Goeie tekst, engelen die nalaten voor jou te bidden. Maar, dacht ik, had Cohen dan wat om over te klagen? Want inmiddels heb ik me in het nummer verdiept (ik ben nu, als ik dit schrijf thuis, beste lezer) en Leonard Cohen ontmoette Marianne in 1960 op het Griekse eiland Hydra. Marianne was net verlaten door haar Noorse man. Leonard en Marianne kregen een relatie. ‘Ze was de mooiste vrouw die ik ooit had gezien’, schijnt Leonard Cohen gezegd te hebben. Als je dat wilt checken, een foto van haar staat op de achterkant van Cohens album Songs from a room. Daar zit ze achter een typemachine.
We met when we were allmost young. Die formulering viel mij op, toen we nog bijna jong waren. Die snap ik wel. Lastig te vertalen, toen we bijna jong waren: vanaf welke kant benader je dat dan?
You held on to me like I was a crucifix. Deze vind ik al wat lastiger. Hoe hou je je aan iemand vast als was hij een kruisbeeld. Daar zou ik toch graag een tekening bij zien: hoe hou je iemand als een kruisbeeld vast? Hartstochtelijk? Bij zijn kruis? Curieuze metafoor.
Ik kijk omhoog, logisch, want ik sta bij de brandtoren op het Rozendaalse Veld. Ik was hier graag ingeklommen om deze song ‘ns van grote hoogte te beluisteren. Maar dat kan niet: er is een slot, er zijn belemmeringen aangebracht. Ik fiets verder.
As we went kneeling through the dark – nee, geen idee wat dat knielend geschuifel in het duister te betekenen heeft.
Marianne en Leonard verhuisden naar Montreal en woonden ook in New York en ook weer op Hydra. Hun relatie was niet altijd even stabiel. En daarna waren ze ook niet meer echt samen. Zij kreeg andere relaties, en Cohen ook. En Marianne woonde weer in Oslo. En Cohen in Canada. Maar de herinnering blijft, zou ik haast Ben Cramer citeren (aan die clown met zijn lach).
Your letters they all say that you're beside me
now
Then why do I feel alone
I see you've gone and changed your name again.
En dat leverde een eigenlijk wat sentimenteel lied op, over een romantische liefde, die misschien wat minder rommeligheid had verdiend. Maar zo ging het, met een schril, schel schetterend koortje erbij.
So long Marianne
En ik zet mijn fiets in de schuur.
donderdag 11 december 2025
zondag 7 december 2025
'Europa is dood. Jullie genen zijn verbruikt.'
Het is al meer dan veertig
jaar geleden, Remco, meneer Campert,
Dichter, dat je het gedicht over Richard Brautigam
schreef.
Een hard gedicht, maar het
moest geschreven,
het moest je van het hart.
Mij bleef altijd bij, de openingszin:
Europa is dood
Jullie genen zijn
verbruikt.
Je citeerde uit een
ontmoeting die je met je collega had.
En die was niet gezellig, die
ontmoeting in die pizzeria
emoties, zware woorden.
Brautigam was de Amerikaan,
Jjj de (woedende) Europeaan
(die nog maar net het woord
fascisme
wist te vermijden) de drank
deed de rest.
Zoals je schrijft in je gedicht:
Paar maanden later
schiet hij zich
voor zijn harige kop.
een radeloze man
vol onverbruikte genen
Ik kom hierop, vandaag door
wat ik las:
de meningen van Poetin en
Trump
over Europa: geen partij,
geen gewicht
in de schaal, (over Oekraïne hebben we het hier)
niet interessant,
houden
we geen rekening mee, hebben
hun genen radeloos verbruikt.
(En dat lezen doet wel pijn).
Maar liefst heb ik natuurlijk,
dat dit gedicht eindigt met een
knal:
Poetin die zich voor zijn kop
schiet.
vrijdag 5 december 2025
Salman Rushdie werd gestoken door een man
Salman Rushdie heeft een nieuw boek, De Levensavond, uitgeverij Pluim. En het wordt besproken in Trouw. Geïnteresseerd begon ik met de recensie. Maar in de tweede alinea bleef ik steken bij: De werkelijkheid was te indringend: een man stak hem 15 keer met een mes. Rushdie verloor een oog en balanceerde op het randje tussen leven en dood.
Heftig, denk je dan. Door een man met een mes in je oog gestoken te worden als je een lezing wilt geven, zomaar, door een man. Het zal je maar gebeuren. Maar hoe groot is die kans?
Op 12 augustus 2022 stak Ahadi Matar, een Amerikaan van Libanese afkomst, een moslim, die zei dat hij Rushdie geen goed mens vond, en dat hij, Rushdie dus, de Islam aanviel. Vandaar zijn aanval met het mes. Matar werd voor deze religieus gemotiveerde moordpoging veroordeeld tot 25 jaar cel.
Ayatollah Khomeini noemde Rushdies boek De Duivelsverzen, godslasterlijk en vaardigde op 14 februari 1989 een fatwa uit: Rushdie moest vermoord hierom, een doodvonnis dus. Er werd een beloning uitgeloofd. Ahadi Matar had hoogst waarschijnlijk het boek Duivelsverzen niet gelezen, maar met een mes op een schrijver inhakken, in hals, gezicht en buik, dat vond hij wel een goed idee.
Dus. Werd Salman Rushdie 15 keer in gezicht, hals en buik gestoken door zomaar een man, of was het een gerichte aanval van een moslim extremist die een wit voetje in het hiernamaals of een financiële beloning in het nu wilde halen?
zondag 30 november 2025
Etty Hillesum, 30 november 2025
Etty, je hebt hier gelopen,
gewandeld, dat kan niet anders.
Je keek naar de IJssel, je
keek naar de overkant,
Je keek naar de verte, je
keek naar het plaveisel,
Je keek naar je wandelgezelschap:
je wandelde hier.
Misschien keek je wel in een
boek of dichtbundel,
terwijl je wandelde, verdiept (Etty,
mocht dat zo zijn,
iedereen loopt tegenwoordig
zo, het hoofd gebogen).
Etty, mocht je nu nog leven,
je weet niet wat je meemaakt:
Er komt een film over je, er
zijn actrices die je spelen,
Etty, je leeft, ook al maak
je dat zelf niet meer mee.
Er wordt een dramaserie over
je gemaakt.
(Maar, als ik de huidige woke
tijd zo bekijk,
dan rook je niet: je sigaret
wordt uit je hand gewist.
Je moest perfect, je moest een heilige.
Maar Etty, dat maakt mij allemaal
niet uit).
Je leeft: je portret staat hier op
een muur.
Je boeken staan bij mij in de kast.
Ik had je graag ontmoet, ik
woonde om de hoek.
Waar zouden we het over
hebben gehad,
Misschien zou je me
schrijven,
En ik jou, en dat doe ik nu,
vandaag,
Dag Etty, ik denk aan je.
zaterdag 29 november 2025
Weer bovenop het Cultuurpaleis Warschau
Ik stond op de dertigste verdieping van het Paleis van Cultuur en Wetenschap in Warschau, en keek door de metalen roosters over de stad naar de verte. Ik keek, lijdend aan hoogtevrees, niet naar beneden, ik keek wel uit: ik keek vooruit, naar de verte. En wat was ik blij met die tralies, want stel je voor dat een demon die in me huisde, me juist daar zou aanmoedigen, uitnodigen of dwingen om over de rand te stappen, toe maar, doe het maar. Nu kon ik gelukkig een rondje lopen en over alle vier de windstreken van Warschau kijken. Niks aan de hand.
50 jaar geleden stond ik hier ook. Toen was ik 15 jaar. Dus dat moet 1975 zijn geweest. Of was het in 1972 of 1973 dat ik hier toen stond? Mijn herinneringen zijn niet helemaal betrouwbaar. Polen was toen nog zo communistisch als wat, en wij waren daar op vakantie met tent, hond en kano die boven op de Saab lag vastgebonden.
Waren die metalen rekken er toen ook al? Het bordje met de tekst dat drones verboden waren op en rondom de toren, dat was vast nieuw.
En stonden de beelden van AdamMickiewicz (wie kent hem niet) en Copernicus toen ook al bij de ingang? Vast. Maar ik herinner me het niet.
Wat ik me wel herinner van mijn eerste bezoek in 1973, was de boekwinkel in het Cultuurpaleis. Daar kocht ik toen een map met oude landkaarten en een zakatlasje. Die heb ik lang bewaard.
We bezochten toen in 1973,1974 of 1975 Warschau, en aan een bezoekje aan het Cultuurpaleis viel niet te ontkomen. Dat hoge gebouw, die Suikertaart, was een cadeautje van Josef Stalin.
Dit 237 meter hoge gebouw uit 1955 is een ontwerp van de Russische architect Lev Roednjev die zich in deze socialistische architectuur liet beïnvloeden door de Art Deco. Het gebouw had niet misstaan in New York. Maar de Polen waren er destijds niet blij mee (Stalin immers), en grapten dat vanaf het Cultuurpaleis het uitzicht op Warschau het mooist was, het was de enige plaats waar je het gebouw niet kon zien.
Maar tijden veranderen. Steden ook. En mensen ook. En de waardering voor dit gebouw dus ook. Het is alleen jammer dat in Rusland de waardering voor Stalin nu juist weer toeneemt.
Het is koud hierboven, we nemen afscheid van het uitzicht op Warschau en de herinneringen, en zoeven met de lift naar beneden en gaan terug naar Raffles Europejski Warsaw, ons hotel, zonder kano en hond, de daagse werkelijkheid weer in, de vlucht huiswaarts wacht niet.








