We zijn op een festival
geweest waar het beste als eerste gepland stond. Of dat handig is, ik weet dat
niet. We zijn op festival ZONDVLOED, muziek en poëzie geweest.
Het festival wordt al voor de
derde keer gehouden, maar de eerste twee edities heb ik gemist. Kwam het door
vakantie, werk, of triggerde het programma en de toenmalige locatie mij toen
niet genoeg? Wat die locatie betreft: de eerste edities speelde Zondvloed zich
binnen af. En nu was het een openluchtfestival, op een bijzonder
aantrekkelijke plek, namelijk achter de oude Gasfabriek, het oude GEWB terrein, in Deventer.
Er zijn platanen, er is een grasveld, er is een rij ruisende en ritselende
populieren, en aan de achterkant stroomt en kabbelt de IJssel, kortom, een
paradijsje.
En onder de platanen is het
podium opgezet voor de musici en dichters, en in het gras en onder de slingers
van rode, blauwe, groene lampjes, de bankjes voor het publiek.
Zien we daar Lieke Marsman al
niet met haar dwergpoedel, Martin Knaapen, Frits Grimmelikhuizen, Marten Heijs, Wibo Kosters en Chrisjan
van Marissing niet – ze zijn er allemaal. We kopen muntjes, en kunnen beginnen.
Jonas Bruyneel opende het programma. Ik kende hem niet. Ik
had vooraf wel op youtube een filmpje van hem gezien, maar wat zegt dat helemaal?
Jonas kwam niet alleen. Hij maakte zijn entree met een altvioliste en een klarinet/gitaarspeler,
ze waren alle drie in het wit gekleed, en blootvoets. Het zag er zomers uit.
Jonas leidde het optreden in: hij ging geen losse gedichten doen, maar verzen
uit de bundel Mulhacén.
Mulhacén is een
verhalend gedicht dat de tocht beschrijft van het lyrisch ik naar de berg
Mulhacén in Spanje, samen met de Andalusische dichter Federico García Lorca
(1898-1936).
Jonas zei nog dat de hele
bundel in de versvorm de ‘copla’ was geschreven. Een versvorm van vier
steeds acht lettergrepige regels. (Toen ik later op de avond een drankje ging
halen, hoorde ik een bezoekster zeggen dat ze steeds had meegeteld).
Het verhaal van Federico
García Lorca is natuurlijk zeer interessant en ook zeer dramatisch, maar,
hier op het terrein van de oude gasfabriek, ging toch mijn aandacht uit naar
Jonas Bruyneel (en zijn gezelschap). Want. Jonas deed alles uit zijn hoofd. En
niet een paar versjes, een paar bladzijden, maar het volledige half uur lang. Wat
een geheugen. En dan kronkelden de weemoedige klanken van de klarinet en viool
zich ook nog om zijn woorden tussen de verzen. En die copla had je zo
bij de kladden, betoverde je en voerde je mee door die geschiedenis, en liet je
pas bij het eind weer los, schudde je wakker uit de bedwelming.
Kom hier maar ‘ns overheen,
dacht ik toen het applaus was verstomd na zijn optreden. Ik vond het mooi.
A hard act to follow. En dat bleek.
Lieke Marsman, voormalig Dichter
des Vaderlands, mocht lezen na het optreden van Jonas Bruyneel. Haar poedeltje
keek vanaf de achterste rij nauwlettend toe wat haar baasje daar zei op het
podium. Kon zij niet wat doen, ze zagen toch dat ze hulp nog had omdat de wind
met haar haar papier aan de haal ging? Ah, daar schoot de organisatie al te
hulp. Ik heb thuis drie bundels van Lieke Marsman, maar ik herkende alleen dat
gedicht dat ze op reis gaat door Nederland (met haar dwergpoedel) en dat ze
o.a. premier Rutte tegenkomt, nu voor de gelegenheid veranderd in Dick Schoof.
Tijd voor een Friese bries en
een andere voormalige Dichter des Vaderlands, Tsead Bruinja. Tsead stond
niet in zijn eentje op het podium. Naast hem speelde Arnold de Boer op zijn
gitaar zijn klanken om de woorden. De woorden waren Fries, dus je verstaat er geen fuck
van, maar in het Fries blijk je dus ook te kunnen dichten over de ellende
in Gaza, (dat verstond ik nog wel). En je wiegt zo lekker mee op het
ritme, wreed genoeg.
Verder op het grasveld scharrelt
een clubje van 6 scholeksters, en naast me zit een dame de hele tijd op haar
telefoon. En daar vraagt Marten Heijs mijn balpen te leen: hij heeft een
dichtbundeltje van Lieke Marsman gekocht, voor zijn dochter (die kon er
vanavond niet bij zijn, want ze loopt mee in de Mars voor Vluchtelingen,
maar dat doet er nu niet even toe) er moest gesigneerd. ‘En hier is je pen terug,
bedankt.’
Het poëziefestival ZONDVLOED heeft
veel gezichten.
Ester Naomi Perquin was de volgende act. Leuk. Ik ben niet onbekend met
haar werk, ik heb al haar bundels (dat wil zeggen, van elke uitgave 1 exemplaar,
ja ook Lange armen, die voor de politie gedicht is.) En ik heb zelf haar
integrale lezing van haar bundel ‘Meervoudig Afwezig’ in het Luxor
Theater in Zutphen bijgewoond, dus ja, ik ben een liefhebber van haar poëzie.
Maar. Ik vond haar optreden hier
niet geweldig: ze was al 10 minuten bezig, en het was alleen maar inleiding, en
ik had nog geen gedicht gehoord. Het was routineus. Jammer.
Ik ging ondertussen even een
drankje halen, en liep over de zondoorstoofde houtsnippers, voelde de warmte, hoorde de eksters, en ik dacht: vakantie, ik
ben hier op vakantie.
Ik kocht de bundel, 23 euro,
van Jonas Bruyneel, hij ging die avond nog terug naar Gent, zei hij. De dichter
is altijd onderweg.
De afsluitende act van
ZONDVLOED was Sopa Boba, we besloten naar voren te gaan, en op het
voorste bankje te genieten.
Sopa Boba is een trio: cello, viool en een toetsen/computer
muzikant. Plus natuurlijk de spoken word declameerder met de stapel papier
in zijn hand, die allemaal moeten worden voorgelezen. De flyer van ZONDVLOED zegt:
de band bewerkte een tekst van de Moldavische schrijfster Nicoleta Esinencu
tot een hedendaags elektronisch modern klassiek oratorium, getiteld That Moment.
Dit ironisch en satirisch
verhaal over de neerwaartse kapitalistische maatschappij wordt gebracht door
een neoklassiek strijkkwartet, ruwe modulaire synthesizers en spoken word-vocalen.
De dichter van de Sopa Boba liet
elke gelezen pagina op de grond vallen, daar gingen ze, pagina na pagina. Dat
was wel een attractief iets. Maar wat waren het er nog veel. En zo boeiend was
en bleef het ook niet. En er was nul contact met het publiek. Ik kon het verhaal ook niet echt volgen. We stonden op
en liepen naar de fietsen, het was mooi geweest. (Zie de beginzin van dit stukje).
Maar graag tot de ZONDVLOED
van volgend jaar, op hetzelfde terrein. Tot dan.
Foto's Maria Willems