De overbuurman loopt op
slippers over straat
(ook al heeft hij zijn voeten
wel in sokken gestoken).
Hij had morgen een afspraak
bij het Ziekenhuis zei hij,
de pijn in zijn voeten was
niet meer te harden.
Je rook de dood. Die was niet
kieskeurig. Uiteindelijk
haalde hij iedereen op: jong
oud, ziek of gezond,
van weinig belang of erg
interessant – het maakte niet uit.
Maar jij moest denken aan die
ene van vroeger,
die je van allemaal toch het
meeste kwijt was.
Je zette de radio aan, en
verdomd, je miste de stem
van Arjen Grolleman, waar
kwam dat gemis ineens
vandaan? Bij de BHV-training
oefen je de reanimatie.
Buiten verzamelt een man blikjes, je hoort de roep van
de Kieviet, was dat nou een
Afrikaanse vogel?
In de lente en de zomer wiedde
je eindeloos de bedden,
en repeteerde de Poolse woorden die je nog wist uit de jaren
zeventig: Maslanka, tam dale, fine pies, dom, uwaga en kurva.
Je moest een nieuw wachtwoord.
De verslaggever op de radio
meldde dat er ‘zuurstof
uit de wedstijd werd getrokken’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten