zaterdag 1 juni 2024

Auto

De kelner die aan onze tafel verscheen,
droeg een pak vol vlekken. (Dat niemand
hem daarop wees). Maar zelf zagen we
er ook niet meer zo fris uit: we hadden
de hele dag in de Opel/Daewoo/Suzuki
Renault (net zoals Appolinaire) gezeten.
We hadden de zware bruinkoolluchten
geroken. We hadden de kust gezien,
We hadden een eland over zien steken.
We hadden tol betaald. Een lekke band
gekregen. Lifters meegenomen. En naar
gebeden uit minaretten geluisterd. We waren
een eng hoge brug overgestoken, en
ternauwernood aan een ongeluk ontsnapt.
We hadden haast de bumper verloren.
We volgden de oevers van rivieren, we
kropen de bergen op, we namen de boot,
we moesten stoppen voor noodweer: de
ruitenwissers konden het niet aan. We
werden gesleept. Je auto is zelfs een keer
gestolen geweest: de politie bracht je auto
terug: beschadig, bezoedeld, maar wel terug.
Op de achterbank heb je een schilderij
vervoerd, en de hond liet altijd zijn
trofeeën daar achter, stokken, bedoel ik.
De auto ging open als een sinaasappel.
Mijn moeder zat hier, ze wist niet van gordel,
ze wist niet waar en waarheen. We
stofzuigden de auto na de vakanties.
Hier staan we op de foto met de auto,
zie ‘m glimmen dan. Maar nu, zoals het hoort:
aan tafel, daar komt de kelner aan, in zijn pak
vol vlekken, dat niemand daar wat van zegt.

 


,

Geen opmerkingen:

Een reactie posten