Een tijdje terug keek ik op internet naar een ouwe (2017) aflevering van het vermaarde VPROprogramma ‘Boeken’. Ik had die aflevering niet zomaar aangeklikt, er zat een motivatie achter: die uitzending had Ester Naomi Perquin te gast.
En Ester Naomi Perquin: ik hou van haar gedichten, ik heb al haar bundels, ik bedoel: van elke uitgave heb ik één exemplaar. En nu was ze te gast vanwege de publicatie van haar nieuwe bundel: Meervoudig afwezig.
Het was een interessante uitzending, een leuk interview. Maar mij viel iets op: De bundel ‘Meervoudig afwezig’ die op tafel lag en ook ter hand werd genomen, was heel erg dik, het leek wel een pocket. De bundel zag er toch wel heel anders uit dan het exemplaar dat ik in de kast had. Ik pakte de bundel erbij: 37 bladzijdes, de omvang die je verwacht van een dichtbundel.
Wat was dit? Miste ik iets? Was er een bijzondere uitgave van ‘Meervoudig afwezig’ die ik niet kende? En hoe komt die in mijn bezit? Ik werd onrustig. Ik was fan. Ik moest die uitgave hebben. Boekwinkeltjes gaf geen sjoege. Wat nu?
Zou men voor de televisie-uitzending misschien een gelegenheidsbundel hebben gemaakt, een dummy met wat extra body, fake. Nee toch?
Ik werd gek. Ik stuurde een e-mail naar de uitgever van Ester Naomi Perquin: Van Oorschot. De volgende dag dacht ik: wat zullen ze gelachen hebben daar, een of andere malle dweper en/of gevaarlijke stalker heeft iets geks gezien. Niet op reageren. Gewoon negeren.
Maar afgelopen
week: een redacteur van Van Oorschot in de mail: Uh ja. De dichtbundel van
Perquin, dat was inderdaad een dummy. De televisie-uitzending viel net voor de
publicatie. Dus moest er wat geïmproviseerd worden. En dat werd dus, (‘slordig’
aldus de redacteur), een te dikke bundel. Niks aan de hand dus.(Bedankt, Menno).
Nu is het alleen nog wachten op de verzamelde gedichten die Ester Naomi Perquin heeft gemaakt toen ze dichter des Vaderlands was.