Was april niet de kroelste
maand? Misschien.
Maar jij denkt aan die
dichter die bij dat optreden
uitweidde over dat hij, als
de dood aan de man
kwam, of eigenlijk in dit
geval: de kat, van een
collega-dichter, dat hij dan wel
met de auto
dat lijkje zou rijden naar
het, crematorium, het graf.
Jammer vond je, dat die
dichter die exact dezelfde
anekdote eerder bracht in een
podcast. Met niet alleen
dezelfde woorden, maar ook dezelfde
pauzes
voor de lach. Het was werk,
het was routine.
Het sloeg dood, het bleek theater,
en ook niet kroel.
Je ging nog één keer naar de
bar, je bestelde.
Je wilde je poëzie in maart, puur en niet gebruikt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten