maandag 20 november 2023

Van huis tot huis

Dit huis – mijn huis zou ik opgeven, en zij het hare.
En dan zouden we hier. De verhuizer heette Veldhoen,
en ze rookten allemaal. Het slopen en verbouwen trok
door me heen, ik kon niet tegen die onrust van stof, puin,
betengeling en een container voor de deur. De man die
ik via een collega had gevonden om al onze paneeldeuren
in oude luister te herstellen, vertelde dat hij vroeger
een krat bier dronk, per dag. De aannemer bleek een oplichter.
En de schilder was in zijn vrije tijd metereoroloog, zei hij.
Hij voorspelde buien op de dag dat hij niet wilde komen.
Uiteraard bleef het toen droog en zaten wij langer in wat
mooi moest worden. Had ik het al over geld gehad? Volgens
de bank had ik geen schuld, hoe kon ik dat nou zeggen,
daar moest ik niet mee zitten, schuld? Nee, zo moest ik
dat niet zien: ik had geen schuld, ik had een hypotheek,
een bouwdepot, en iets wat een paradijsje moest worden,
met een tuin, een boom, een vijver met daarin een kikker,
(die later doodging, ik vond hem, verstard kijkend vanuit
de vijver naar boven waar ooit het leven was). En de tuin
zoemde en kleurde en rook naar bloemen. En van binnen
had je zo’n vaag… dat er boeken zouden zijn en kunst
aan de wand, maar je had geen idee, plannen was niet
je sterkste kant, nooit geweest. Je wachtte af, dit kon alleen
maar groots worden, kijk, daar kwam ze al, ze had je
nog niet gezien, de jas moest nog uit, de deur nog open.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten