dinsdag 7 november 2023

Mijn moeder en de kaakchirurg

Was het een koortsdroom waarin ik, zittend in een golfkarretje
scheurde door de gangen van het labyrint, dat een
ziekenhuis bleek te zijn. Dat concludeerde ik nadat
ik verschillende groepjes witgejaste vrouwen was tegengekomen.
De chauffeur kende de weg, zette de shuttle in de
achteruit en zwenkte links, rechts, en rechtdoor
en hield halt waar we zijn moesten. (We hadden ons
eerst vergist: we stegen met de lift naar de bovenste
etage, daarna daalden we weer.) Mijn moeder bleek
de hoofdpersoon, het draaide hier om haar. Men kende
haar hier. Ze had een afspraak, ze werd verwacht. Men
vroeg wat haar wensen waren, men stelde haar op haar
gemak. Ik werd naar een stoel voor het publiek gedirigeerd.
En mijn moeder werd in het licht gezet. Mijn rol beperkte zich
tot bemoedigende woorden en het vasthouden van de hand.
En ik zag daar mijn moeder: met verdoofde kaken,
bloed werd uit haar mond gezogen, de tang trok een
kies en een stuk wortel dat was achtergebleven. Er werd
gewrikt, er was weerbarstig bot, er klonk akelig gekraak,
en mijn moeder gaf misschien een krimp of twee, maar
meer niet. Ze hield zich kranig bewonderenswaardig.
(Of moet dat andersom). Tussendoor was er wel pijn,
en gejammer, extra verdoving werd ingebracht door
de gemaskerden. Mijn dappere, onverschrokken,
lieve moeder doorstond de behandeling  met glans:
ze bleef de assistentes betitelen als ‘schatjes’.
We bestegen het golfkarretje weer, naar de uitgang.
We gingen de bocht om, mam, je lip is dik mam, en
je mond staat scheef, maar je lacht mam, je lacht.

(Maar naar de BeeGees, die gedurende de hele helse
behandeling door de behandelkamer pompten,
zal ik nooit meer neutraal kunnen luisteren).

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten