Vandaag, het was mooi weer, had
ze in de tuin,
de bundel Verzamelde
Gedichten van H. H. ter Balkt,
gelezen, tenminste, ze kwam
tot bladzijde 495 –
en het meest interessante
deel moet nog komen,
maar de zon bereikt de
achtertuin in de vooravond
niet meer. Maar, het bracht
wat gedachten op gang.
Ooit stond ze bij een kiosk
naast een beek. Voor de toerist
waren daar de sleutelhanger
en de koelkastmagneet.
Ze kocht ze allebei. En een ansicht met: groeten uit.
Op het terras ernaast
verzocht ze: Ober, een bier alstublieft,
en ze keek rond waar ze was.
Naast de asbak stond:
een peukje op de grond,
zwerft nog jaren rond. En ze
dacht gelijk weer aan zichzelf.
’s Avonds las ze een
Russische roman. Tegelijk
kwam er een vliegtuig
veel te laag over, ze schrok
er van. Ooit zat ze op
een van de 7000 basaltblokken
die Joseph Beuys
voor het Fridericianum had bedacht, kunst. Later
keek ze op hetzelfde plein uit over
bloeiende klaprozen.
En weer
later tegen een uit verboden boeken
opgebouwde
tempel. Ze dacht aan het jubileum
van haar
grootouders bij het hotel in de bossen,
haar neef sloeg toen op zijn trommel.
Vroeger
keek ze vanuit de tuin van haar ouders
over de
velden, over de akkers, naar dat andere
dorp –
en naar de einder. Ze zag de toren. Nu is
dat stuk
grond volgebouwd in krappe kavels.
Binnen
tocht het. Ze is nu elders. De afstand
fietste ze vroeger vaak: bij ‘de
eenzame berk’,
rechtsaf.
Verderop was de grens, daar wisselde
ze guldens voor Marken. Als ze iets bij Buisman
kocht,
dan was het goedkoop. Haar transistorradio
kwam
daar vandaan. Achteraf voelde het soms alsof
je een Goelag naderde in het veen. ’s Avonds liep er
een stel kinderen over straat: ‘Kom, Saartje, kom’,
klonk hun bede in de schemering. Hun kat was weg,
kwam niet meer terug, hoelang ze ook riepen.
De trein naar Berlijn denderde over de spoorbrug,
en ze dacht aan Paulaner, Bittburger en Krombacher.
Ze moest haar leven weer op orde krijgen: ze liep nu
op blote voeten door de binnenstad. Ze zag dat de
mensen haar zagen. Niet haar binnenkant, waar haar
verdriet huisde. Ze haalde diep adem en sloot haar ogen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten