‘Het is met droef gemoed, lieve parochianen, Dirkswoudenaren dat ik vandaag moet voorgaan in de afscheidsdienst, de uitvaart van Rigo Reus. Hij is het aardse waarschijnlijk drie dagen geleden ontvallen, Rigo heeft het tijdelijke voor het eeuwige omgewisseld – goeie ruil, als ik dat als pastoor zeggen mag. Rigo Reus is overleden, is dood en waarschijnlijk verdronken in de Noordervaart. En nu ligt hij hier, in de milieuvriendelijke, snel-afbreekbare kist, in onze Sint Clara Kerk. En dat is om verschillende redenen wel uitzonderlijk. Want Rigo was, voor we na hebben kunnen gaan, niet katholiek en hij was ook geen Dirkswoudenaar. Hij was hier niet geboren of getogen, maar wel gestorven uiteindelijk.’
Aan het woord is, pastoor Engelbartus de Zeeuw, de even Godvrezende als Godlasterende pastor van de St. Clarakerk van Dirkswoud. Er zit slechts een handjevol mensen in de kerk, we herkennen Nellie Daas van de Fourniturenzaak Kleinvak & Huishoudelijk Gemak, de bollenboer Bert van der Velden, dijkgraaf Henk Hogenkamp, de planoloog Erik van Breemen tot Groot Koerkamp – en er klinkt gesnif en gesnotter.
‘Afscheid nemen doet pijn, beste aanwezigen, maar van wie nemen we hier eigenlijk afscheid? Wie was Rigo, wie kan zeggen dat hij de heer Reus kende? Wie kan de ‘u’ in RigouReus zetten? En waarom was hij hier, wat trok hem naar Dirkswoud, en waarom vond hij hier zijn einde en wat was het waard uiteindelijk?’
‘Een enkeling zegt, of dat kwaadsprekerij is, of ijdel geklets, daar oordele de Almachtige over, dat Rigo leefde voor het spektakel, de rel, de ophef, maar weer een ander memoreert weer de poëtische kant van meneer Reus, of moet ik zeggen: het personage Reus. Want verbazend weinig mensen hebben echt contact gehad met hem. Ja, Internet, godverdegodverdomme’, bulderde pastoor Engelbartus, de glas-in-lood-ramen, trilden in hun kozijzen. ‘Ínternet, Sargasso, Nurksmagazine en Panzerfaust.org, de vloek van deze tijd, en daar dan vanaf de zijlijn de wereld becommentariëren en een beetje lopen vitten en scherpslijpen. Dat was een mindere kant van Rigo, maar voor Dirkswoud had hij een speciaal plekje in zijn hart.’
(Het was op een woensdagochtend dat Karin Bijkerk fietsend over de Robert Ankerbrug, iets zag dobberen in de Noordervaart. ‘We hadden het laat gemaakt met de meiden, ik was brak, en hing om 06.00 uur even over de reling van de brug. En toen zag ik een bekend gezicht voorbijkomen. ‘Mooi, daar zijn we van af’, dacht ik gelijk. Ja, sorry, maar Rigo kon ook een zeikerd zijn, een zuiger – maar mijn kots op zijn gezicht, dat was niet mijn bedoeling, ik zie nog nog steeds dat groen, spattend op...)
‘We weten niet’, ging pastoor Engelbartus de Zeeuw verder, wat tot het einde geleid heeft van Rigo: een ongeluk, een misdaad, een suicide? De recherche, mevrouw Boelsma, is er nog mee bezig. Er was geen briefje. Ja, zeg je Rigo, dan zeg je tekst, dus er was wel veel tekst, gedichten, beschouwingen, maar niet in die finale zin.’
‘Godverdegodver, gemeente’,
loeide Engelbartus verder, aardig op toeren inmiddels, ‘Er is geen hiernamaals.
Er is geen hemel. En er is geen hel. Er is wel bier, hier in cafe Amperzat,
een etablissement goed bekend bij Rigo. Daar was hij vaak waarneembaar, niet
aanspreekbaar, maar wel waarneembaar, aan zijn hoektafeltje, met zijn ringbandnotitieblokje, zijn pen en zijn dichtbundeltjes waarin hij dan neusde als hij
niet zijn glas Dirkswoud Blond aan zijn lippen zette. Rigo Reus zal verstrooid
worden over de vaarten van Dirkswoud, zodat zijn sterrenstof in alle
windrichtingen zal stromen, tot in de oneindigheid.
Lieve Dirkwoudenaren. Het verlies van Rigo Reus is
een gemis. Een enorm verlies, ons dorp zal hem gaan missen. Amen.’
***
Ben Hoogeboom schreef voor Sargasso, nurksmagazine en voor zichzelf. Hij had het dorp Dirkswoud bedacht. Hij had de geschiedenis van Dirkswoud bedacht, hij had het dorp een stratenplan gegegeven, een pastoor, markante middenstanders, een voetbalclub – wat je maar kon bedenken. En dat alles in een jaloersmakende, puntgave stijl. En ik hield zo van dat dorp. Van de Noordzijde, de Fourniturenzaak van Nellie Daas. En ik kon er slecht tegen dat met Ben ook Dirkswoud zou verdwijnen. Dus af en toe dwaal ik nog even langs de Noordzijde, de Zuidzijde en breng een bezoek aan de St. Clara Kerk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten