Als mijn moeder aan het woord is, dan krijg je dit:
‘Die is groots, die is oud, die kan niet eens meer een krabbeltje zetten. Ik ben er ook zo, groot, o, wat is dit, dit is een hele lange. Ik zal ‘ns even van die dingen afkloppen, waar ben ik, wat een shotje, is helemaal goed, dat komt heel slecht bij mij uit ‘because I’m living in a world of fools’ eigenlijk wel, o wat goed zeg, mooi en heeft een vlies voor de ogen. Als Advent-kind, enorme kaduuk, hup, hier komt ie, deze is helemaal ongelofelijk, de stop moet je er ook instoppen, zij is zo bang voor alles, naar beneden, ze zijn allebei kapot, okay, dan moet je op het bovenste stulpje van je brandweer, helemaal te gek voor grootmoeder, ze gaat er zo helemaal aan vast, en dan ben je daar en dan heb je de noodzaak om te gillen, ik ga dat goed uitlekken, ik wil een stukje van de buitenbloem, je houdt ‘m gewoon voor je, bij welke dingen had ik op de grond, alle bossen, waar een waterpoeltje de achterkant had een heel goed programma, een meloentje, op het moment is het na geschopt, ik heb het aan de koning uitgelegd, ik heb ‘m op z’n allerlaagst gezet, punt, gebeurt niet meer.
Dit ding praat groter, dan is het die, er zijn zoveel grote dingen in onze levens, hij gaat sterk onder, je bent hexotheen. Nou ik ben vandaag behoorlijk van de planning, om drie uur was alles weg, alles, meteen. Toen heb ik nog een oefeningetje gegeven, toen was het strekje.
Ik heb nog steeds de anti-klimop. Deze is minstens leeg, je moet ze binnenboord zien te krijgen, niet laten zitten, ach, dan krijg je geen zin bij ons. Waarom zijn die kleine bloedpersjes zo intens? Dit is om te bekleden, de stakkertjes, wat doe je, dat is allemaal bekrapt, krijg ik notabene honderden psalmen achter je. Er zit weer een geelbek bij, om gek te worden, die is vast ook prijshoudend, Mozes en Aaron, misschien heeft hij dit al opgemaakt bij die rozende kapellen. Ik weet nog dat ik zo blij was om hondenleer te geven, de arbaters. Jullie hebben wel de grote lijnen getrokken voor de herberen. Zo, wat maak jij ervan, ik zou zeggen 8 kwadraat of 8 komma 5. Ik had altijd het idee dat ik zelf mijn handen in het orkest ging met tulpen, dan moest ik hier het frotje lijken te doen. Ik heb ze gezien, ze lagen allemaal op hun eigen kogel, heel bijzonder. Kijk, zo knappen ze zich op. Ik heb daar getreuzeld, als hij verder gaat in de telefonie, heeft hij zijn hoofd omgespit, met al die spullen erin. Het is juist goed dat een theezakje zich beschermt. Ze doen het niet voor mijn zegen, ze laten me gaan. Het moet in het glas vallen, het zit zo in elkaar. Denk maar, goed, ik zou het leren doen, dan ben ik niet bezig met kopen van zware schoenen.
Die uitzonderlijke bedragen beroeren elk hun pakken. Ze doen allemaal hun sloofjes. Ik ontmoette een melkje, niet gek. Als je je hoofd verkeerd op hebt, moet je Cheerio zeggen. Het is goed om te laten worden. Ik moet het maar op de grond gooien en alles gelijk maken voor je. Het is altijd nog mooi als je het weg poetst, dat zei de kokerellen-vrouw. Hij vecht op een heel moeilijke manier, ik ga een klein belletje proberen. Stel dat je gedoopt wordt door een dooploze Californier, je ziet ze wel ‘ns bij ons naar binnen lopen. Ik lees wel eens een Akkerse Kraal, maar dat doe je niet.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten