dinsdag 1 februari 2022

Julius Eastman

Ik ben, om te beginnen, niet de meest logische figuur om iets te schrijven over Julius Eastman en zijn muziek. Dat komt: bij mij gaat het in de muziek om ‘het liedje’, ik hou van het liedje: begin, verhaal, refrein, nog een couplet en dan een einde. Een lekker ritme en een catchy melodie kunnen ook erg sturend zijn.

En die minimalistische muziek die doet zulke dingen niet. Die is van de langzame opbouw, subtiele verschuivingen, herhalingen, klankje hier, geluidje daar, en dat kan lang worden vol gehouden zonder dat het ergens naar toe lijkt te gaan, of dat het naar een climax voert.

Ik heb wel goede herinneringen aan bijvoorbeeld Glassworks van Philip Glass, maar ik vraag me af of ik die ook had gehad als er niet zo’n sterke pianomelodie onder zou zitten. En minimalistische muziek doet het vaak ook zonder zang. Dus zit er geen verhaal in. En minimalistische muziek heeft, bij mij dan, vaak het imago van new age, yoga, ambient, klanktapijten per strekkende meter in golvende herhalingen met maar een paar repeterende nootjes, kortom, niet echt spannend. Waar blijft die drum, wanneer komt die verscheurende gitaar, de sax?

En ik ben misschien niet de juiste persoon om iets te schrijven over Julius Eastman omdat ik wit ben. En hij is zwart, Afro-American. En Julius Eastman was gay. Ik niet. Ik probeer te  zeggen dat ik redelijk neutraal tegenover Julius Eastman en zijn muziek sta, hier is geen idolate, dweepzieke fan aan het woord.

Julius Eastman is geboren op 27 oktober 1940 en groeide op met zijn moeder en zijn jongere broer Gerry, die ook muzikaal was. Julius studeerde piano aan het conservatorium en doceerde aan de Universiteit van Buffalo. Hij ging om met John Cage, Meredith Monk en Arthur Russel. En hij maakte zijn eigen composities. Kortom, de droomstart van een talent. En met die bagage ging hij de muzikale wereld in. Julius heeft veel gedaan in de avant-garde beweging van die tijd, speelde in jazz-ensembles, improviseerde met muziek (als dat niet dubbelop is), en werkte samen met de muzikanten van die tijd die er toe deden.

En hij componeerde onder andere drie stukken voor piano met de activistische, actuele en prikkelende titels Evil Nigger, Crazy Nigger, en Gay Guerrilla. Sociaal-politiek beladen composities. Eigenlijk liep hij een paar decennia vooruit op de Black Lives Matter beweging. Muzikant en activist.

In de jaren daarna toerde hij met zijn muziek door de Verenigde Staten, speelde hier, dirigeerde daar, en zette een cello ensemble op en speelde samen met zijn broer in een jazzband. Hij zat, kortom, helemaal diep in muziek-scene.

Maar tegelijk met deze oogst- en ontplooiperiode, ging het eigenlijk niet zo goed privé. Julius Eastman kon op een gegeven moment geen maat meer houden met drank & drugs. Welke angsten, welke leegte moest bestreden worden? Welk gat in de ziel moest er gevuld? Julius Eastman raakte vervreemd van de wereld, raakte de weg kwijt, verdwaalde in zijn eigen wereld – en kwam niet meer terug.

Julius had moeite met hoe het werkt in de wereld.

En daar kom ik binnen. En daarom schrijf ik toch dit stukje over hem. Want ik heb last van de vergeefsheid der dingen. Het is zo pijnlijk om over zijn teloorgang te lezen. Je ziet het drama met terugwerkende kracht zich ontrollen. Dat ik had willen waarschuwen: pas op, Julius, doe dat niet. Doe dat nou niet.

Had hij, had hij maar iemand in die tijd bij hem, een vriend, een maatje, die hem assisteerde bij het dagelijks leven. Dat je enveloppen moet openmaken, dat je rekeningen moet betalen. Dan had ik tegen hem gezegd dat hij een ordner moest kopen en een perforator. Dat je de deur van huis dicht moet doen, en op slot als je weg gaat. Dat je niet iedereen moet toelaten in woning, dat je van je partituren kopietjes moet maken en dat je ze opbergt. Dat je gezond moet eten, dat je niet je probleem met drank en drugs moet willen oplossen. Dat je je huur moet betalen, want anders sta je op straat en ben je dakloos. En neem je medicijnen op tijd in. Maar hij was alleen en het ging niet goed. Hij betaalde zijn huur niet en stond dus op straat als dakloze.

De laatste tien jaar van zijn leven werd Julius een soort tragische mengeling tussen Nick Drake, Vincent van Gogh, Herman Brood, Arthur Rimbaud, Jim Morrison en de Gerard die hier met zijn blik bier bij de Dirk staat. Dramatisch en deerniswekkend.

Op wiki vind ik het dan ook zo pijnlijk om te lezen dat hij op 49-jarige leeftijd overleed in een ziekenhuis, alleen. En dat pas acht maanden na zijn dood er een necrologie over hem verscheen in een Amerikaanse krant. Waar waren toen zijn avantgardistische vrienden?

Piano!

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten