We hebben mijn moeder vandaag
bezocht. Het was zondag
en het was december. We
stapten in de auto, het kerststukje
ging mee. Mijn moeder is dement.
Wij zijn het inmiddels wel gewend,
haar woorden die als de
pluisjes van een uitgeblazen paardenbloem
alle kanten op dwarrelen.
Maar zij doet haar best, en ik, ik ben toch
een woordenman, ik doe ook
mijn best. Halverwege verstaan we
elkaar dan toch een beetje.
Maar dan, als de schemering daalt,
en het tijd is voor het
bezoek om afscheid te nemen,
wij hebben de jassen al aan, staat
ze in de deuropening.
Ze vraagt: moet ze naar
Utrecht, moet ze naar vader?
Ik ben haar broer, zegt ze,
maar waar is haar huis?
Ze staat daar met beide haar
handtassen omhangen.
We rijden weg. Ik zie mijn moeder
in de achteruitkijkspiegel steeds
kleiner worden.
Ze heft haar arm, ze zwaait, tot ze verdwijnt.
maandag 7 december 2020
Mijn moeder met haar twee handtassen
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten