vrijdag 24 april 2020

Nele


Jij had nog, vertelde je terwijl we voor Dirk stonden,
een toevallige ontmoeting, maar ik was altijd gretig genoeg
om naar je woorden te luisteren, les gehad van
Alfred Kossmann en Anna Blaman. Andere tijden,
kom daar tegenwoordig maar ‘ns om,
op een Bibliotheek Academie. Je wees, terwijl we zigzaggend
naar je huis liepen: ’Hier bloeien links en rechts van die voordeur,
een rode rozenstruik en een gele rozenstruik.’ Je pauzeerde
even: ’en ik vind dat zo lelijk.’
Je mailde me, op mijn verzoek, je epistel over Poesjkin,
waarvoor dank. Ik wist mijn weetje best over De Russen,
maar dit was mij onbekend. Ik was onder de indruk.
Sorry nog, dat ik je de eerste keer adresseerde als Nel.
Wie heet er nou Nele, dacht ik. Nou, jij dus.
Je praatte altijd met een enthousiasme, een gretigheid,
die aanstak, die bleef hangen. Waar is die nou Nele,
waar is die nu?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten